Zo. Mijn laatste post voorlopig.
De koffers zijn gepakt, het huis is aan kant. De overgebleven sinaasappels heb ik aan de buurvrouw gegeven, de halflege fles wijn gisteravond eigenhandig leeggemaakt (anders zonde). Volgens mij heb ik alles. Bikini; check, paspoorten; check.
Ik moet zeggen; zelden ben ik zó relaxed op vakantie gegaan. Het weekend was heerlijk, Annabel haar verjaardag ontzettend leuk, en het inpakken ging als een speer. Een paar dagen vrij voor je daadwerkelijk vertrekt is écht een aanrader. Mijn enige stresspunt zijn mijn witte benen. Graag had ik nog een zonnebankje gepakt. Maar dat is dan ook écht alles.
Nina is gelukkig alsnog uitgevlogen. Opeens zat ze weer in de naaldboom en hipte ze fier van de ene naar de andere tak. Af en toe fladdert ze voorbij. “Daar is Nina!” gilt Lizzy dan. We laten wat voer voor haar achter en vertrekken met een gerust hart. Nina redt het wel.
Ook Lizzy en Annabel zijn in de ban van de vakantie. Annabel produceerde nog even een nieuw tandje (de zesde) en zit keer op keer tot haar oksels onder de poep. Er is geen luier tegen opgewassen. Dat wordt nog lachen, onderweg. Lizzy is ondertussen druk met het inpakken van eigen Winnie-de-Pooh-koffiertje. Het kostte me de grootste moeite haar te overtuigen van het feit dat ze niet ál haar schoenen (ongeveer twintig paar inclusief haar verzameling slippers én haar verkleedschoenen) kon meenemen. Uiteindelijk sloten we een compromis; vijf paar. ’t Kind neemt verdomme meer schoenen mee dan haar moeder!
Nog even de auto inladen, de juiste routeplanner erin en GO, op naar het Franse land. “Je suis Lizzý!” klinkt het in de keuken. “Je suis Lizzý!”. “Je suis Lizzý!”
“Je suis Lizzý!” “Allons y!” roep ik. Volgens mij zijn we er klaar voor.