Wordt een mens gelukkig van het winnen van een loterij?
Gisteravond had ik er met Paul een discussie over. (Dit naar aanleiding van een bankafschrift waarop ik – wederom – twee héle euro, gewonnen bij de postcodeloterij, aantrof.) “Ik win het liefst twee ton,” zei ik. “Beetje mijn huis verbouwen, lekker op vakantie maar verder geen al te grote veranderingen.” Paul echter ging direct voor de twee miljoen. Minimaal. Hij zou gaan beleggen, een groot huis bouwen en stoppen met werken. Toen ik er zo eens over nadacht, vond ik het maar een eng idee. Ik wilde niet verhuizen, ik had het hier net zo leuk! En je leven zó radicaal omgooien, daar komt vast ellende van. “Ik betwijfel ten zeerste of een mens van zo’n bedrag gelukkiger wordt,” zei ik. Paul staarde dromerig in de verte. “Ik weet het wel zéker,” besloot hij.
Ik dacht er nog lang over na. Je zou het maar winnen. Twee miljoen of meer. Ik werd al naar van het idee. Echt waar!
Vanaf nu koop ik alleen nog maar halve loten.
En de vraag van vandaag – u voelt hem al aankomen – : Twee ton of twee miljoen?