En daar zat ik dan, in het examencentrum.
Een dun wit triplex wandje scheidde mij van mijn examenbuurman. Ik had een droge mond. Ik had nog gevraagd of ik een bekertje water mocht meenemen, maar nee. Dat mocht niet. (Ze dachten natuurlijk dat ik daar met watervaste stift stiekem aantekeningen op ging maken!) Zelfs een eigen pen was uit den boze.
Ik was erg zenuwachtig. Vier examens moest ik maken en ik was nauwelijks voorbereid. Niets voor mij, maar het studeert niet zo lekker met een longontsteking. Bovendien had ik de afgelopen tijd zo’n beetje al mijn vrije uren ‘verslapen’. Ik typte mijn wachtwoord in, keek hoe de eerste vraag op het scherm verscheen en begon.
Het eerste examen: geslaagd. Het tweede: geslaagd. Tegen alle verwachtingen in (vooral die van mezelf!) zag ik achter elkaar ‘geslaagd’ op mijn scherm verschijnen. Na de derde keer ‘geslaagd’ werd ik een beetje overmoedig. Dat laatste examen, daarvan had ik zelfs het studieboek nog goed bestudeerd voor ik ziek werd, dat moest dan helemaal wel goed gaan. Maar dat ging het niet. ‘Gezakt’.
Afijn. De eindscore: drie achten en een vier. Drie keer ‘ja’. Één keer ‘nee’. Mooi van die achten. Jammer van die vier.
Gemiddeld genomen niet slecht gedaan!