Ik ben een beetje blogmoe.
Ik merk het al een tijdje. Wat minder zin om te schrijven, niet zoveel ideeën meer, ik heb het gevoel dat ik een beetje vastloop.
Niet dat ik overweeg te stoppen hoor, welnee, daarvoor hou ik teveel van mijn weblog. En van jullie natuurlijk. Maar ik denk, ik ga er toch eens een stukje over schrijven. Zodat jullie ook weten waarom ik af en toe een dagje oversla.
Ik denk dat ook wel weet hoe het komt. Door mijn boek. Elke avond blijf ik boven totdat de meiden slapen en dan zit ik op mijn bed te schrijven. Heerlijk rustig, kopje thee (of glaasje wijn, dat ligt aan de stemming) erbij en ongestoord tikken.
Het schiet op, dat wel. Maar ik merk dat ik moeilijk aan iets anders kan denken. Alsof er een vliegtuig is opgestegen dat niet meer kan landen. Ik heb een nieuw notitieblokje in mijn tas gestopt en steeds wanneer ik een goed idee krijg, schrijf ik het op. En goeie ideeën heb ik voortdurend. Soms sta ik er ’s nachts voor op en een paar dagen geleden miste ik er de ontknoping van House door omdat ik op het moment suprême op zoek was naar mijn pen.
Maandag, tijdens mijn wekelijkse les aquarobics, ben ik er zelfs het water voor uitgegaan. De zwemjuf kwam me achterna omdat ze dacht dat ik niet goed geworden was en toen ze me zag, voorover gebogen over een klein notitiebokje waarin ik in al mijn nattigheid iets stond op te schrijven, zei ze dat ik wel iets had van haar neurotische zuster die inmiddels in ’t een of ander tehuis was opgenomen. Niet bepaald een geruststellende gedachte.
Maar het is niet anders. De meeste goede ideeen verdwijnen in mijn boek lijkt het wel. En daarbij heb ik momenteel gewoon teveel letters aan mijn hoofd (zoals jullie weten heb ik hier en daar ook nog een kolommetje lopen). En dan verdwaal je soms, in die lettervermicelli.
Vandaar dus af en toe een pauze. Maar stoppen? Dat nooit.