Vannacht om vier uur zaten Paul en ik rechtop in bed.
Wel alle Mayakalenders nog aan toe, wat wás dat voor lawaai? Verging de Aarde nu al? Dat was dan wel mooi een dag te vroeg! Evengoed stond Paul direct naast zijn bed, op zoek naar zijn hockeystick (die helaas in de kelder lag). Bij gebrek aan hockeystick heeft hij toen maar een mes uit de keuken gehaald.
Gelukkig bleek het mes niet nodig want het was ‘slechts’ een lamp die, in de woonkamer, van de boekenkast was gevallen, waarna Tuffy van schrik als een debiel door zijn kooi was gaan fladderen. Afijn, toen alles weer rustig was, meldde ramptoerist 1 zich: Wat was dat? Waarom ging pappa naar beneden? Ik ben heel erg geschrokken, mag ik bij jullie? En het bizarre was, ik had haar nog niet teruggebracht naar haar eigen kamer of er viel een schilderij van de muur op de overloop. Schrokken we ons weer een ongeluk!
“Het spookt hier,” snikte Lizzy.
“Kom maar hier,” zuchtte ik.
Een uurtje of twee later werden we wakker van twee gillende katten. Ja echt, ik verzin het niet! Ze zaten bij de voordeur en ze jankten zo hard en klagelijk dat we er niet van konden slapen. Ramptoerist 2 meldde zich met de vraag ‘wat of dat voor eng geluid was’. Uiteindelijk is Paul (in zijn onderbroek) de straat op gegaan om de katten van Jetje te geven. Tegen de tijd dat hij weer boven kwam lag ramptoerist 2 ook bij ons in bed. “Ik dacht dat ze elkaar gingen vermóren!” snikte ze.
Om kwart voor zeven ging de wekker. Ik douchte, maakte cornflakes voor de meisjes en dacht – nogal duf – na over alles wat er die nacht gebeurd was. Ik had het toch niet gedroomd?! Terwijl ik mijn thee dronk schoof de bezem in de hoek onderuit en kletterde met zijn steel op de grond. Precies voor mijn voeten.
Ik ben niet echt bang uitgevallen, echt niet. Maar iets in me zei dat ik die film van laatst – “Paranormal Activity” – maar beter níet had kunnen kijken.