Lekker ding!


De sneeuw knerpt onder onze voeten.

Iedere stap klinkt als een hapje uit een schuimkoekje. Liz sloft een beetje, haar snowboots zijn net iets te groot. Maar ze zijn ‘vet cool’ en dat is natuurlijk belangrijk.

“Even kijken,” zeg ik, ter hoogte van een grote schoenenwinkel. “of ze hier snowboots voor Annabel hebben.” Ik wil al doorlopen naar de kinderafdeling als Liz aan mijn mouw trekt.
“Kijk dan,” zegt ze. “Roze hakkenschoenen!”
“Wauw!”
Op ooghoogte staan ze: pumps van mijn favoriete merk. Geen al te hoge hak en een heerlijk voetbed. Ze zijn er in alle kleuren en – inderdaad – ook in het roze. These pumps are made for walking …

“Die ga ik echt wel kopen van de zomer!” zeg ik tegen Liz. “En ik weet nu al dat het mijn lievelingsschoenen worden.”
“Je kunt ze ook nu kopen.”
“Nee joh, er ligt snééuw buiten!”
“Straks zijn ze uitverkocht.”
Een beetje geschrokken kijk ik van de schoen naar mij dochter. “Denk je?”
“Ja, dat denk ik.”
“O.”
“Doe het nou maar, mam. Anders krijg je spijt hoor!”

Als ik even later sta af te rekenen – pinnen of contant? – zie ik dat Liz is afgedwaald naar de accessoires. Met twee tassen om haar schouder en een sjaal om haar nek staat ze zichzelf te bewonderen. Onze blikken kruisen elkaar in de spiegel en we beginnen tegelijkertijd te lachen.

Wat is het toch heerlijk om een dochter te hebben.

Een Klein beetje Geweldig


En, valt er nog wat te lachen om deze koude, besneeuwde maandagochtend?

Jazeker wel! Want waar moeders met peuters en kleuters mijn blog vaak lezen vanwege het ‘voorland’ – regelmatig hoor ik iemand zeggen: ‘O, dus dít staat me straks te wachten’ als ik weer eens een stukje over brutale Liz van negen plaats – heb ík natuurlijk ook zo mijn bronnen. En díe hebben dan weer betrekking op mijn eigen toekomst!

Eén van die bronnen is momenteel het debuut “Een Klein beetje Geweldig’ van Dawn French. Dawn French? Kennen we die? Vast! Ze maakte vele komische theatershows samen met haar duo Jennifer Saunders, verscheen in diverse films en in 2004 was ze te zien als ‘De dikke dame’ in Harry Potter en de Gevangene van Azkaban. ‘Partner’ Jennifer is vooral bekend als ‘Eddie’ in Absolutely Fabulous, de superkomische Britse sitcom die – hé toevallig! – gebaseerd is op een sketch van eerdergenoemd duo.

Een Klein beetje Geweldig is een mengeling van Bridget Jones, Adrian Mole en Ab Fab, waarbij het geheel meer is dan de som der delen. Met andere woorden: ik zit regelmatig naast Paul te hikken op de bank. Jij ook hikken? Vooruit, hier komt een stukje, geschreven door de zeventienjarige dochter ‘Dora’. Voor de beeldvorming is het misschien leuk als je hier de naam van je eigen – toekomstige! – dochter invult.

“Bedankt voor het verpesten van mijn leven, mam. Ik ben blij dat je griep hebt, je verdient het en ik hoop dat je op een afgrijselijke manier stikt in je eigen snot. Ik heb nog wel chips voor je gekocht! Je bent zo’n superegoïst! Hoe durf je me met dit soort stress op te zadelen? Alsof ik nog niet gestrest genoeg ben verdomme. Ik heb huiswerkstress, universiteitsstress, X Factor-auditiestress, Sam-stress, beltegoedstress, Facebookfotostress en nu maakt zij het nog veel erger met enorme haarstress!
Ik ben het zo zat om het telkens weer uit te leggen. Luister nou eens goed, sukkel – IK MOET DIT HAAR HEBBEN! Als je op die stomme kutschool van mij bruin krulhaar hebt, praat er NIEMAND met je. Punt uit. Dan heb je gewoon lepra. Je bent debiel. Je bent een debiele bruinharige lepralijder met krullen. En je kunt evengoed meteen doodgaan van eenzaamheid en verdriet want dat gebeurt dan sowieso. Zeg het maar mam – blond of dood?!
Misschien heb je me wel liever dood? Zodat je niet smeer steeds tegen die zogenaamde ‘strobaal’ van me aan hoeft te kijken? Ja, daar zou je stomme leven zo erg van opknappen. Geef het maar toe, dan kon je eindelijk doorwerken en schrijven zonder die irritante afleiding van hoe heet zoiets ook alweer? O ja, een DOCHTER!”

Dus: allemaal naar de winkel, op zoek naar Dawn French. En nu maar hopen dat dit ze nog veel van dit leuks mag schrijven.

Feestje!


Dwars door het tumult heen hoorde ik ergens het geluid van een telefoon.

“Laat maar gaan,” riep ik nog, maar het was al te laat, Annabel had de hoorn al te pakken.
“Het is vriendin E.,” schreeuwde ze.
“Zeg maar dat we Liz haar kinderfeestje vieren en dat ik later terugbel,” schreeuwde ik terug.

‘Ik dacht al’,
stond er in ’t sms-je dat ik later ontving. ‘Wat een herrie!’
‘Ja,’ schreef ik terug. ‘Zo klinkt het als je elf meisjes in huis hebt.

We aten broodjes knakworst, speelde een potje Bingo en al snel stond het taxibusje (hoe stoer!) klaar om ons naar Circus Amersfoort te brengen. Voor Liz bekend terrein, zij zit inmiddels een jaar op ‘circusgym’, balanceert op ballen, hangt in trapezes en loopt op haar handen de hele zaal door. En daarom was het natuurlijk ook erg leuk om de kunstjes met haar vriendinnen te delen.

Kleine Bel hing al snel in de trapeze, vriendinnetje J. vond zich helemaal in het koorddansen en F, K. en M. bleken geboren ballopers te zijn. Paul had het ook naar zijn zin, zie de collage hieronder. (“Misschien kan hij zijn feestje hier ook vieren,” opperde de spelleider.) Ikzelf kwam niet verder dan een rondje hoelahoepen maar dat mocht de pret niet drukken. (Iemand moest de foto’s maken!) Aan het einde van het feest kwamen alle ouders kijken naar de mooie show die de kinderen voor hen in elkaar gedraaid hadden. Iedereen was versierd met kleurige sjaaltjes, op de achtergrond schalde circusmuziek waardoor het er allemaal behoorlijk ‘echt’ uit zag.

Bijkomend voordeel was natuurlijk dat die ouders meteen hun eigen kind meenamen en dat wij lekker met z’n vieren overbleven. Om dat te vieren reden wij vervolgens naar een leuk restaurant alwaar we heerlijk hebben gegeten. (De kinderen mochten kiezen en ze kozen sushi, hoe koel is dat?!)

“Wat een superfeestje,” zuchtte Liz toen ze tenslotte een lekker ijsje kreeg voorgezet.
“Nou,” zei ik al nippend van mijn wijn “dat vind ik nou ook!”

En bedankt he?!


‘s Morgens, half negen. Schoolplein.

“Zeg meiden, het kan zijn dat ik straks ietsje later ben dan anders. Gaan jullie dan even naar het klimrek?”
“Oké, maar mamma, wat ga je doen dan?”
“Ik ga zometeen even naar de schoonheidspecialiste en dan kan het zijn dat ik net een minuutje later ben dan anders.”
“Wat gaat die schoonheidspecialiste doen?”
“Die gaat mamma helemaal mooi maken.”

’s Middags, twaalf uur. Klimrek.

“Zo, daar ben ik weer.”
“Hé, mamma ben je er al?!”
“Ja, mooi op tijd hè?”
“Was het leuk bij de schoonheidsspecialiste?”
“Jazeker.”
“Maar mamma,”
“Ja schat?”
“De schoonheidsspecialiste ging jou toch móói maken.”

Drie kleine bloggertjes ….


Zet drie bloggers bij elkaar in een restaurant en je verwacht van alles.

Zal Esther de wijn omgooien? Of een vlek in haar nieuwe jurk maken? Komt Denise een lezer tegen die haar herkent aan haar lange haar of blijkt het eten opeens gratis te zijn omdat Margje de duizendste bezoeker is en een etentje wint?

Maaike en Susanne konden helaas niet meer voor verassingen zorgen, van hen hadden we na de gezellige borrel op de redactie van Vrouwonline afscheid genomen. “Jammer,” riepen we allemaal tegelijk, “volgende keer gaan we met z’n allen uiteten!” (Oké, misschien zonder Dewi dan…) Gelukkig had Susanne al wél een leuke foto van ons met de redactie gemaakt.

We klopten aan bij restaurant De Herengracht op de Herengracht (verrassend). (Margje: “Eigenlijk wel raar dat we nu met allemaal dames juist in een Herenrestaurant terecht komen) en we twitterden nog even dat we met z’n drieën op stap waren. “Het zou toch echt grappig zijn,” zei Denise, “als we nu een lezer tegenkomen die ons alledrie ‘leest’. Die schrikt zich dood volgens mij!” Onze drankjes werden voor ons neergezet, voor Denise rode wijn, voor mij een witte en voor Marja cola met een schijfje citroen. De avond kon beginnen.

En er gebeurde …. niets. Nou ja, niets, we aten en dronken en we praatten aan een stuk door! Over oma’s, over relaties, over (boeken) schrijven en over onze blogs. We haalden herinneringen op aan de bloggersmeet afgelopen zomer en we vertelden elkaar over de rare dingen die we al bloggend hadden meegemaakt. We wisten we eigenlijk veel van elkaar! Niet te geloven dat we elkaar pas voor de tweede keer IRL zagen.

Maar verder….
Niemand gooide iets om.
Niemand viel.
Er kwamen geen rare mensen om zich met ons te bemoeien.
We werden niet herkend.
Er zaten geen resten van een gefrituurde salamander in het eten.
Het enige opvallende dat we die avond meemaakten was een soort Islamitische flashmob in de tram maar zelfs die eindigde voortijdig omdat wij de tram alweer uitmoesten.

Drie bloggers uiteten. Voor mensen die ons niet kenden – en die ons in dat gezellige restaurant zagen zitten – waren we gewoon drie vriendinnen, jaarclubgenoten of sportmaatjes die gezellig met elkaar een vorkje prikten.

“En wat gaan we nou morgen schrijven?” vroeg ik later die avond toen bleek dat zelfs de trein op tijd kwam.
“Gewoon,” zei Margje. “Dat het supergezellig was.”

Bij deze.

Niet zeggen!

“Moet je lezen,” zeg ik tegen Paul en ik geef hem een pakje broodbeleg. “Dit is echt grappig!”

“Kipfilet?” vraag Paul verbaasd, “wat is daar grappig aan?”
“Lees dan wat er op het etiket staat!”
Paul werpt een vluchtige blik op het broodbeleg. “Ja, grappig,” zegt hij waarna hij het pakje weer teruglegt op tafel.

“Heb je het nou gelezen?” dring ik aan. “Er staat ‘past bij uw balansdag’ op. Duf toch?”
“Ja, ja,” mompelt Paul en hij bekijkt alsnog het etiket. “Grappig. En duf.”
Daarna schakelt hij over op een ander onderwerp.

Ik had al een tijdje een vermoeden maar nu weet ik het zeker. Het is geen desinteresse, het is ook niet zo dat hij mijn grapjes niet leuk vindt (oké, een enkele keer is dat het wel) maar het zijn gewoon te kleine lettertjes. Mijn man moet stiekem een leesbril. Maar dat geeft hij natuurlijk niet zomaar toe.

“Cadeautje!” zeg ik later die avond.
“Wat is dat?”
“Een leesbril.”
Paul kijkt er een beetje vies naar. Alsof ik hem niet een leesbril maar een ingepakte drol heb gegeven. Tussen duim en wijsvinger pakt hij het ‘cadeautje’ op. Ik kijk verwachtingsvol toe. Wat zal hij gaan zeggen? Voor ’t zelfde geld gooit hij de glazen direct in de prullenmand. Mijn man is niet zo van de hulpmiddelen. Daar is hij tenslotte veel te stoer voer.

“Hm.” zegt hij wanneer hij de bril eenmaal op zijn neus gezet heeft. “Best wel een goed idee misschien. Leg hem maar in de la.”

Dus nu hebben wij officieel een leesbril in huis. Hij ligt in de la voor kleine lettertjes en onleesbare gebruiksaanwijzingen. En voor mijn grapjes natuurlijk.

“Niets over zeggen hè,” grapt Paul als ik de la dichtschuif.”
“Nee schat,” zegt ik. “ik zal niets over zéggen.”

Wie ben ik – de uitslag –


Een heel weekend druk geweest met het analyseren van mezelf.

Mooi schemaatje gemaakt, alle stemmen geteld en man, wat een grappige dingen kwam ik tegen. Laat ik beginnen met wat gemiddelden. Van de vijftien vragen hadden de lezers er gemiddeld zeven goed en de vrienden acht. Topscoorders zijn Paul (13), vriendin F. (12) en mijn moeder (11). Hoogste score van de lezers is van Marije die er, net als mijn vriendin F., ook twaalf goed had.

Vrienden scoorden vooral goed op een aantal weetvragen. Ze weten dat ik bloemen meteen in het water zet, dat mijn auto een zooitje is en dat ik nog een knuffel van vroeger in mijn bed heb. Ze weten dat ik huil als ik boos ben en dat ik nooit de radio aanzet. Wat ze niet wisten – net als de meeste lezers overigens – is wat mijn beste vakken waren op school. Dat was ook een instinker want mijn beste vakken waren Engels en wiskunde, maar hoe zou je dat moeten weten. Bovendien, zo ver lagen mijn cijfers nou ook weer niet uit elkaar.

Ook Paul had de ‘vakkenvraag’ fout. Zijn andere fout was dat hij dacht dat ik heel stil zou worden (en niets zou zeggen) als ik hem van een affaire zou verdenken. Maar ik zou hem natuurlijk gewoon direct en op de man af vragen hoe dat zit met hem en puntje-puntje. Ik hoop overigens dat het nooit nodig zal zijn, dat spreekt voor zich, maar hij weet nu in elk geval wel wat hem te wachten staat mocht het zover komen.

Mijn lievelingskleur – roze! – had één iemand fout. En die iemand was… mijn moeder! “Tja,” zei ze, “in je huis is opeens alles wit en de meisjes hebben steeds meer witte kleren dus ik dacht dat het een strikvraag was en dat je ‘om’ was.” Hm. Misschien kent mijn moeder me wel beter dan dat ik mezelf ken. Zou dat kunnen? Mijn eigen antwoord was (en is) natuurlijk tóch roze. Roze rules!

Om sommige antwoorden heb ik erg moeten lachen. Zo kwam er iemand – naar aanleiding van mijn vraag over ‘favoriete vakantieland’ met het antwoord: Turijke. Laat ik nou ongeveer heel Europa hebben gezien… behalve Turkije. En mijn slechtste eigenschap vind ik – volgens jullie – het feit dat ik van alles vergeet maar dat vergeten valt eigenlijk reuze mee. Eerlijk is eerlijk – en ik ben heel eerlijk geweest –: ik vind roddelen mijn slechtste eigenschap. “Maar,” zoals ik al tegen mijn moeder zei, “daarvoor koos (bijna) niemand dus ik kan het gerust blijven doen vooral omdat ze dénken dat ik het vertelde tóch weer gewoon vergeet.”

In de laatste vraag vroeg ik ‘wat zou ik het eerste opgeven als het moest’, de keuze ging tussen boeken, mijn weblog en mijn ipad. Eigenlijk een beetje een stomme vraag eigenlijk want op een iPad kan je natuurlijk ook boeken lezen. Ik heb die vraag dan ook niet meegenomen in mijn schemaatjes. En het leukste van die vraag was natuurlijk dat niemand koos voor ‘mijn weblog’. (“Dat mag niet!” scheef iemand erbij.)

Tot zover, ik vond het erg leuk om te doen, ik hoop jullie ook en hieronder juiste antwoorden met hier en daar nog een commentaar.

1) Ik koop een bos bloemen voor mezelf. Wat doe ik ermee?

A) Ik geef ze weg.
B) Ik vergeet ze een tijdje maar zet ze uiteindelijk (na een dag of drie) alsnog in een vaas
C) Ik zet ze meteen in een vaas

Antwoord C. Ik zet ze meteen in een vaas. Zowel B als C. werd vaak genoemd.

2) Wat is mijn lievelingskleur

Roze natuurlijk

3) Wat is mijn grootste sentiment

A) Ik heb nog een knuffel van vroeger in mijn bed
B) Ik slaap in een nachthemd van mijn oma
C) Ik heb babyhaarlokjes van de meisjes in mijn portemonnee.

Geen babyhaarlokjes dus. Wel een knuffel van vroeger.

4) Welk woord past het beste bij mij: Onzeker/Egoïstisch/Narcistisch

Eigen een verkeerde vraag, er had moeten staan ‘vind ik het beste bij mezelf passen’ en dat moest dan inderdaad onzeker zijn. “Hoewel,” en daar had Muts gelijk in “je ook wel een beetje narcistisch moet zijn om jezelf zo in een weblog te etaleren.”

5) Ik verdenk mijn man van een affaire wat doe ik

A) Ik vraag het hem gewoon
B) Ik zeg niets en ga speuren
C) Ik zeg niets en word heel stil

A. Al denkt Paul dus C. De meeste van jullie kozen voor B. (Sherlock Holm-Es.)

6) Een vriendin grijpt niet in als haar kind iets doet wat echt niet kan.

1. Ik zeg er iets van
2. Ik zeg niets. Haar opvoeding. Haar normen en waarden.
3. Ik ga niet meer met haar om.

Grappig dat veel mensen hier kozen voor 1. Ik zou er alleen iets van zeggen als het in mijn eigen huis was, anders niet. 2. dus.

7) Ik ben heel boos. Wat doe ik?

A) Huilen
B) Hardlopen
C) Chocolade eten

Heb af en toe behoorlijk last van emotionele incontinentie. Antwoord A is juist. Alhoewel de oplossing van vriendin F. “Huilend wegrennen met een reep chocolade in je handen” ook wel een idee is.

8) Hoe goed vind ik mezelf als moeder op een schaal van 1 tot 10

Daarin ben ik dan weer niet onzeker. En ik ben heel eerlijk geweest. Ik gaf mezelf een negen. Niet omdat mijn opvoeding nou zo perfect is maar wel omdat ik vind dat ik gewoon een heel leuke moeder ben.

9) Wat vind ik mijn slechtste eigenschap

A) Ik luister slecht
B) Ik vergeet van alles
C) Ik roddel

Niet A. Niet B. dus… (niet verder vertellen hè?)

10) Overdag, thuis hou ik van …

A) De radio
B) Totale stilte
C) Zingen

Heerlijk, stilte! Voor mijn geen radio als ik alleen thuis ben.

11) Waar vind je bij mij de meeste rommel

A) Mijn tas
B) Mijn huis
C) Mijn auto

Hoe opgeruimder mijn huis, hoe rommeliger mijn auto. Heel raar is dat.

12) Wat is mijn favoriete vakantieland

Italië.

13) in welk vakken was ik op de middelbare school het beste

A) Engels/Wiskunde B) Tekenen/Nederlands C) Geschiedenis/aardrijkskunde

A.

14) Ik heb geen geld meer en ik zie heel mooie laarzen in de uitverkoop

A) Ik koop ze met mijn creditcard
B) Ik koop ze niet
C) Ik leen geld en ik koop ze toch

Die zou ik natuurlijk niet kopen (al denken jullie massaal van wel, haha).

15) Wat zou ik het eerste opgeven als het moest

A) Boeken
B) Weblog
C) iPad

In principe C.

Wie ben ik?


Gisteren had ik met mijn twee buurvrouwen een heel gesprek over de verschillende ‘strategieën’ die wij in ons karakter verankerd (kunnen) hebben en die er voor zorgen dat we in bepaalde situaties op een bepaalde manier reageren (joehoe! lekker meta!). Buuvrouw H. is bezig met een training over dit onderwerp en het was erg leuk om te bedenken wie in welk hokje paste.

Naar aanleiding van dit gesprek – ik vond mezelf eigenlijk niet in één bepaalde categorie passen – vroeg ik me opeens af hoe goed mijn bloglezers me eigenlijk kennen. Sommige van jullie lezen al tien jaar mee, andere misschien nog maar kort. Veel vertel ik tussen de regels door maar veel vertel ik ook niet. En misschien strookt het beeld dat jullie van mij hebben door mijn blog wel helemaal niet met de werkelijkheid?!

Tijd voor een testje. Hieronder vind je vijftien vragen. Ik heb zelf de antwoorden al gegeven maar die bewaar ik natuurlijk even. Beantwoord de vragen die ik mezelf heb gesteld en we zullen zien hoe goed mijn lezers me kennen. (En natuurlijk: wie kent mij het beste!)

1) Ik koop een bos bloemen voor mezelf. Wat doe ik ermee?

A) Ik geef ze weg.
B) Ik vergeet ze een tijdje maar zet ze uiteindelijk (na een dag of drie) alsnog in een vaas
C) Ik zet ze meteen in een vaas

2) Wat is mijn lievelingskleur?

3) Wat is mijn grootste sentiment

A) Ik heb nog een knuffel van vroeger in mijn bed
B) Ik slaap in een nachthemd van mijn oma
C) Ik heb babyhaarlokjes van de meisjes in mijn portemonnee.

4) Welk woord past het beste bij mij: Onzeker/Egoïstisch/Narcistisch

5) Ik verdenk mijn man van een affaire wat doe ik

A) Ik vraag het hem gewoon
B) Ik zeg niets en ga speuren
C) Ik zeg niets en word heel stil

6) Een vriendin grijpt niet in als haar kind iets doet wat echt niet kan.

1. Ik zeg er iets van
2. Ik zeg niets. Haar opvoeding. Haar normen en waarden.
3. Ik ga niet meer met haar om.

7) Ik ben heel boos. Wat doe ik?

A) Huilen
B) Hardlopen
C) Chocolade eten

8) Hoe goed vind ik mezelf als moeder op een schaal van 1 tot 10

9) Wat vind ik mijn slechtste eigenschap

A) Ik luister slecht
B) Ik vergeet van alles
C) Ik roddel

10) Overdag, thuis hou ik van …

A) De radio
B) Totale stilte
C) Zingen

11) Waar vind je bij mij de meeste rommel

A) Mijn tas
B) Mijn huis
C) Mijn auto

12) Wat is mijn favoriete vakantieland

13) in welk vakken was ik op de middelbare school het beste

A) Engels/Wiskunde B) Tekenen/Nederlands C) Geschiedenis/aardrijkskunde

14) Ik heb geen geld meer en ik zie heel mooie laarzen in de uitverkoop

A) Ik koop ze met mijn creditcard
B) Ik koop ze niet
C) Ik leen geld en ik koop ze toch

15) Wat zou ik het eerste opgeven als het moest

A) Boeken
B) Weblog
C) iPad

Tutti Frutti – deel zoveel –


Het zijn er niet superveel maar ze zijn wel leuk!

Staat ‘jouw’ Tutti Frutti er niet tussen, post hem dan gerust hieronder.

“Het voelt echt als een warm bedje.”

“Ik ging erheen met lood in mijn knieen.”

“Ik probeerde een groen blaadje te halen.”

“Hoe kijken jullie daar tegenover?”

“Die heeft de brui aan Maarten gegeven.”

“Ik kneep mijn tenen bij elkaar.”

“Het loopt op roosjes.”

“Op een droog houtje bijten.”

“Ze liggen voor het inkoppen.”

En dat mijn eigen dochter inmiddels ook wel weg weet met een fijne tutti blijkt wel uit haar opmerkingen vanochtend: “Ha, hier is de Labello! Daar heb ik me vanochtend bont en blauw naar gezocht!”

Nieuwe wasverzachter?


Groep drie, maandagmiddag.

Ik zit te midden van een groepje opgewonden kinderen. De klas is bezig met herkennen van getallen en daarom doen we spelletjes met cijfers en stippen. Domino is het vandaag.

Tijdens het tweede spelletje gaat de bel. Het is tijd om de jassen te halen. ‘Mijn’ kindjes willen graag het spelletje afmaken. “Hup dan,” zeg ik. “Even gauw aanleggen!”

We zijn bijna klaar als bij de deur van het klaslokaal een klein blond meisje verschijnt.
“Hé,” roept het meisje uit mijn groepje. “Dat is mijn zusje!” Klein Zusje hobbelt de klas in en rent op Grote Zus af. Ze knuffelen.
“Is ze niet lief?” zuchtt Grote Zus.
Ik knik. Ze is inderdaad erg lief.
Grote Zus kijkt Klein Zusje vertederd aan. Dan schuift ze het meisje in mijn richting zodat het kleintje pal voor me komt te staan.
“En voel dan eens hoe zácht ze is!”