Een nieuw jaar….


Op één januari was ik strontverkouden, had ik last van mijn rug en moest kon ik weinig positiefs (over mezelf) bedenken. Dat heb ik soms. Het enige dat dan helpt is binnenblijven. En dat was ook het enige dat ik kón doen. Met al die regen.

Ik vond dat – al met al – het jaar niet fantastisch was begonnen. Ik miste de gezellige drukte van december, ik was moe van de verkoudheid en ik had al helemaal geen zin om weer te gaan werken.
Daarbij kwam dat er nog steeds weinig te melden was over mijn boek – werkelijk, een Russisch vijfjarenplan is er niets bij -, ging er een paar mooie laarzen aan mijn neus voorbij en dreigde er een flink financieël probleem vanwege een verkeerd uitgevoerde interne boeking van mijn hypotheekverstrekker.

Gelukkig lijkt het tij sinds gisteren te keren (en dan bedoel ik niet het tij in Groningen… al lijkt dat ook te keren, gelukkig). We hebben een vakantie geboekt in Zuid-Frankrijk (dit jaar wordt het wildwaterkanoën op de Verdon), mijn geld is teruggestort, de verkoudheid is op z’n retour en vanochtend heb ik eindelijk leuke laarzen gevonden. Oké, met betrekking tot mijn boek ben ik nog niet bepaald optimistisch maar er is leuk nieuws over mijn column in AssurantieMagazine en as we speak zit ik de vragen te beantwoorden voor een ‘echt Esther’ interview. Altijd leuk.

Kortom, ik lach weer en ik schrijf vrolijk verder. Wat 2012 allemaal gaat brengen, ik weet het niet maar het voelt alsof ik de eerste slag al heb gewonnen. Het voelt goed en het komt goed, dat is mijn instelling voor 2012.

Nu alleen nog even tien kilo afvallen.

Woord van het jaar 2011


Jammer, ik ben te laat.

Driehonderdvijfennegentig woorden werden er ingezonden en nu is het klaar. De oproep is van de site af en de woorden weigerambtenaar, wordfeud en plaszak maken alle drie kans op de titel ‘woord van het jaar‘.
Dat heeft de vakjury van Onze Taal vandaag bekendgemaakt. De shortlist is een feit en op 26 november wordt het winnende woord gekozen.

De afgelopen jaren vielen woorden als gedoogregering, ontvrienden, swaffelen en Bokitoproof in de prijzen en dit jaar strijden, naast de drie bovengenoemde woorden, mee: app, Arabische lente, bedrijfspoedel, casinopensioen, eurocrisis, occupy en schuldencrisis.

Echt jammer dat ik te laat ben. Ik er nog wel een paar in willen sturen.

Bijvoorbeeld:

– Regenbogen (het werkwoord)
– Schapenlampjes
– Vrouwenparkeerplaats
– Slaaphandstand
– Pepernotenkilo
– Uggsmoment
– Worstballen
– Lachkieuwen
– Twitterparkiet
– Parketbreuk
– Pintoyeren
– Tutti Frutti woord
– Hooivorkbeest
– Bikinistress
– Apollozweefmolen
– Appelboer
– Boorvrouw
– Mirenaflauwte
– Lasergate
– Kletsengeklets
– Killerkoolmees
– Vervuisting
– TenPages.compoezen

En dan ben ik nog maar teruggegaan tot juni!

Waar stemmen jullie voor? En wat is voor jullie hét woord van 2011? Heb je zelf nog een mooi woord of kies je liever voor iets dat hier genoemd is?

Fruit dan maar weer!


(Heb jij jezelf al gemeld bij de volkstelling? Ja? Super! Nee? Klik dan hier.
)

Wij zijn hier allemaal dol op fruit.

En met stip op een: de watermeloen. Elke week rollen er wel twee of drie van die groene bowlingballen langs de kassa. Heerlijk. ’s Ochtends in stukken snijden en dan uit de koelkast, koud, zoet, sappig de perfecte versnapering voor elk moment van de dag.

Het enige nadeel van een watermeloen is dat je aan de buitenkant niet kan zien hoe ‘rood’ hij van binnen is. En zo kan het gebeuren dat de watermeloen vooral naar water smaakt. En dus koop ik er vaak een paar mango’s bij. Als die rijp zijn, smaken ze altijd goed.

Een mango heeft echter weer een ander nadeel: hij hecht nogal aan zijn pit. Ik snij altijd de zijkanten keurig in blokjes (voor de kinderen) en dan kluif ik zelf de pit af. Maar een mango zit vol draadjes en als dan flink mijn tanden erin gezet heb lijkt ik wel een soort walvis: de baleinen hangen aan mijn boventanden. Niet bepaald chique.

Appels hebben geen van bovenstaande nadelen en vormen de ideale snack. Ze worden hooguit een beetje bruin maar daar is wel een oplossing voor: gewoon met schil eten, is ook beter want meer vitamines. Ik kan verder geen nadeel bedenken behalve dat ik na het eten van appel altijd enorm moet boeren, ja echt waar. (Sorry, misschien wil je dit helemaal niet weten.)

Maar altijd ‘an apple a day’ is natuurlijk wél saai. Paul, de toffe peer, zorgt voor variatie: hij heeft wat met bananen. Hij vermaalt ze tot zalige smoothies. Pauls smoothies zijn erg lekker en erg gewild: een tros bananen is hier altijd zo op. (En dat is dan toch wel weer een nadeel).

Voor de afwisseling koop ik vaak grapefruits en sinaasappels. Voor het eten doe ik dan altijd een schietgebedje: Here laat u dit fruit niet in mijn oog spuiten! Kiwi’s spuiten niet maar daarvan gaan de pitjes tussen mijn tanden zitten ik ze steevast pas na een paar uur opmerk. Aardbeien verrotten snel en ananassen zijn best een toestand om te slachten. (Maar ze zijn wel heel erg lekker.) Kersen vlekken en rode besjes zijn soms zuur. Beide zijn heerlijk in de yoghurt!

Goed, waar gaat dit stukje naar toe. Geen idee. Ik wil alleen maar zeggen dat het juiste fruit kiezen soms best lastig is. En dat fruit superlekker is. Zoals Annabel het vanochtend zo mooi zei: “Mamma, ik denk dat het leven echt minder leuk zou zijn zonder fruit!”

En zo ben ik weer terug bij mijn begin: wij zijn allemaal dol op fruit. En de appel valt niet ver van de boom.

Doe mij nog maar een ei


Ik denk dat een pedofiel er niets aan kan doen dat hij pedofiel is.

Die gevoelens heeft hij nou eenmaal, daar heeft hij zelf ook niet om gevraagd. Zoals de één valt op dikke vrouwen, overdreven behaarde mannen, dieren of mensen die aan een hondenketting liggen, zo valt de ander op kinderen. Je mag jezelf in dat opzicht gelukkig prijzen wanneer jouw ‘afwijking’ zich beperkt tot een schoenenfetisj of een pornoverslaving. Daar doe je verder niemand kwaad mee.

Waar een pedofiel wél wat aan kan doen, is de manier waarop hij zijn leven inricht. Gaat hij iets doen met die gevoelens of gaat hij in therapie. Beschouwt hij zijn lusten als een afwijking, of vindt hij ze normaal? Mensen met een seksuele stoornis (pedofielen maar ook potentiële lustmoordenaars en verkrachters-in-spé) vormen een risico maar niet per definitie een gevaar. Het is niet zozeer hun afwijking die het gevaar oplevert, die afwijking is vooral erg lastig voor henzelf, maar het haperen van het geweten. Er zijn vast genoeg mensen met een afwijking, wat voor afwijking dan ook, die het moeilijk hebben maar die zich wel confirmeren aan de sociale regels van 2011.

De problemen met pedofielen ontstaan als het geweten niet goed functioneert. Natuurlijk zullen er zijn die zich schuldig voelen maar regelmatig voelen ze zich niet schuldig genoeg om ermee op te houden en hulp te zoeken. En omdat kinderen niet altijd even duidelijk zijn in hun berichtgeving (en er machtsverhoudingen meespelen) duurt het soms erg lang voordat een pedofiel ontmaskerd wordt. Helaas.

Maar het kan erger. Bij Vereniging Martijn, een vereniging die zich al 29 jaar inzet om pedofilie geaccepteerd te krijgen, hebben ze blijkbaar helemáál geen geweten. Althans, niet het geweten dat naar mijn idee past binnen de grenzen van het redelijke. Kinderen moeten zelf weten met wie ze seks hebben, kinderen zijn eigenlijk van iedereen, pedofilie is natuurlijk, en wel ja, zelfs incest zou tot de mogelijkheden moeten behoren. Ze hebben geen moeite met hun afwijking, ze handelen er naar en ze proberen ook nog eens mensen ervan te overtuigen dat het allemaal oké is. Ik heb het artikel dat vandaag in NRC.next stond met stijgende verbazing gelezen. Ik werd er kotsmisselijk van.

De bestuursleden van Vereniging Martijn liggen momenteel onder vuur. Hun huis wordt belaagd, muren worden besmeurd en regelmatig vliegt er een ei tegen het raam. “Wat raar,” denk ik sarcastisch als ik het lees. Echt, ik heb begrip voor heel veel dingen, ik accepteer dat niet iedereen geboren wordt met gezonde verlangens en ik kan me voorstellen dat het knap lastig is daarmee te moeten leven. Maar in Godsnaam, denk na! Hoe kan een kind van acht, negen, tien of zelfs twaalf voor zichzelf beslissen? Zo’n kind weet nog niet eens wat vrije wil is, laat staan dat hij of zij iets begrijpt van wat er gebeurt!

Echt, ik ben niet agressief van aard, maar van mij mag er nog een ei tegenaan.

Viooltjes in de regen

Mijn viooltjes staan er wat treurig bij.

Felle kleuren in de regen: ik word er altijd een beetje triest van. Vandaag is de overtreffende trap van gisteren; de motregen heeft plaatsgemaakt voor een hoosbui. Het huis hangt vol met oranje vlaggetjes en op de kast staan sinds vanmorgen tulpen in allerlei kleuren.

Paul is met de kinderen boodschappen doen. Ze gaan waterijs kopen. Als kinderen eenmaal besluiten dat het zomer is, dan is het zomer. Hoeveel regen er ook valt. Tuffy, de valkparkiet, vliegt los en landt op mijn schouder. Hij wil me een kusje geven. Ik vind hem echt een schatje. Behalve als hij ’s ochtends keihard gaat fluiten.
“Pas op of ik haal mijn buks,” zegt Paul dan. Maar dat meent hij natuurlijk niet hoor.

Vanavond gaan we uiteten.
Met mijn schoonouders. Daar heb ik zin in want we gaan voor de spareribs. Ik hou heel erg van spareribs. En van mijn schoonouders. De kinderen gaan ook mee, die zijn helemaal opgewonden omdat ze ‘naar een echt restaurant’ gaan. “Kluifjes eten,” zegt Annabel. Zo leuk. Hun enthousiasme maakt me blij en geeft me een vlinderig gevoel.

Afijn, je zult het al wel gemerkt hebben, ik heb niets te vertellen vandaag. Dit stukje is slechts een weergave van een gewone ochtend in een doorsnee huis. Verdrietige bloemen maar een zonnig hart. Maar haar is nog nat van de douche en het ruikt zo lekker. Er is niet altijd veel voor nodig om blij te zijn. Zoals ik laatst ergens las:

Taste life, it’s delicous.

Blues

Ik heb er niet zo’ n zin in.

Vóór de vakantie zat ik in een soort flow. Ik kon de wereld aan. Ik deed alles tegelijk en had toch zeeën van tijd. Ik liep op wolkjes, lachte veel, en alles ging vanzelf.

Dat gevoel is nu totaal verdwenen. Van flow naar blues lijkt het wel. En opeens lijkt alles te stagneren. Lijnen lukt niet meer (zelfs die anderhalve kilo van de vakantie krijg ik er niet meer af), mijn boek gaat me niet snel genoeg en ik heb totaal geen webloginspiratie.

Kortom, het is herfst in mijn hoofd. En ik ga me de komende tijd maar eens lekker verstoppen achter de dichte gordijnen. Met een potje thee en mijn man binnen handbereik. En als ik hier eens een dagje ‘oversla’, nou, dan weten jullie waar het van komt.

Dan zwelg ik.

Zo noemen de celebs hun kinderen

Wat is het toch met die celebrities die hun kind per se een rare naam meegeven? Als je cynisch aangelegd bent, zou je kunnen zeggen dat het voor hen slechts weer een manier is om in het nieuws te komen. En je zou nog gelijk hebben ook, want van de vage Amerikaanse goochelaar Penn Jillette hadden wij nog nooit gehoord. Tot hij zijn jongste dochtertje (hou je vast!) Moxie CrimeFighter noemde! Volgens Penn zelf zijn de mensen die kritiek op deze naam hebben, ‘losers die zelf Dave ofzo heten’. Tja.

Volgens de deskundigen (psychologen ed.) verzinnen voornamelijk celebrities dit soort namen vanuit het idee van ‘Ik ben bijzonder en anders, dus moet mijn kind ook bijzonder en anders zijn’. Het laatste dat je wilt als celebrity is dat je overkomt als ‘normaal’. Je kunt het je dus simpelweg niet veroorloven om je kind een gewone naam te geven.

Daar komt nog bij dat iedereen een naam heeft. Als celebrity moet je dus echt moeite doen om daar nog iets bijzonders van te maken. Het is eigenlijk hetzelfde als ‘slank’ zijn. Iedereen kan gewoon slank zijn, maar als celebrity moet je superslank zijn. Of mooi. Mooie mensen zat, maar een celebrity is supermooi. Om maar wat vergelijkingen te trekken. Hetzelfde geldt dus voor de naam. Iedereen heeft een naam, dus moet je als celebrity een supernaam verzinnen. Nicolas Cage nam die supernaam trouwens heel serieus: zijn jongste zoontje heet Kal-el. Voor degenen onder ons bij wie er nu géén belletje gaat rinkelen: Zo heette Superman voordat zijn thuisplaneet Krypton ontplofte en hij op aarde gillende vrouwen redde uit aardspleten.

Een andere verklaring is het feit dat de meeste celebrities acteurs of zangers, dus erg creatieve en fantasierijke mensen zijn. Ze bedenken gewoon heel makkelijk aparte namen. En als artiest is het natuurlijk je taak om anders te zijn, mensen te laten nadenken, met andere invalshoeken te komen en burgerlijke conventies te doorbreken. Om je kind een heel gewone naam te geven, voelt dan aan als toegeven aan het normale, het gangbare. En nee, dat wil je dus niet!

Wat ook meespeelt met de rare namen, is dat kinderen van de rich & famous door hun ouders vaak niet als individu worden gezien, maar als deel van henzelf, zeg maar een soort aanhangsel. Ze dragen dezelfde dure design kleding als hun ouders, lijken (natuurlijk) op hun ouders en worden meegesleept naar alle events waar paps en mams hun beroemde neus moeten laten zien, en worden geacht ook vlot gebekt en fotogeniek te zijn. Dan is het ook maar een kleine stap om je kind een naam te geven die jij ‘wel gaaf’ vindt, zonder rekening te houden met het feit dat je kind die naam zijn hele leven meesjouwt. Lekker narcistisch, zeg maar.

En hoe het met de kinderen zelf staat? Ach, volgens een drukbezochte Hollywood therapeut hebben kinderen van rijke en beroemde ouders vaak zoveel issues, dat het hele rare-naam probleem daarbij in het niet valt!

Die arme rijke kindjes toch!

De meest favoriete thema’s voor vreemde kindernamen blijken Bloemen/Kruiden/Bomen/Fruit te zijn:
– Jamie Oliver heeft twee dochtertjes: Poppy Honey en Daisy Boo. Dus eh, Papaver Honing en Margriet Boe?
– Gwyneth Palthrow’s dochter gaat nog steeds als een stuk fruit door het leven: Lieve kleine Apple. Zelf vond ze het zo puur, lief èn vooral bijbels klinken.
– Geraldine Estelle Halliwell, wellicht beter bekend als Ginger Spice, is trots op haar dochtertja Bluebell Madonna. Dus Wilde Hyacint Madonna.
– Heet je zelf heel gewoon Katie Holmes en Tom Cruise, noem je je dochter Suri. Dat is Perzisch voor Roos.
– Sting and Frances Tomelty noemden hun dochter eens niet Roosje ofzo, maar Fuchsia.
– Toen hun baby met perzikhuidje werd geboren, konden Bob Geldof en Paula Yates niet anders dan hun dochter Peaches te noemen. Haar zusjes heten Fifi Trixibell en Pixie.
– Simon (Duran Duran) en Yasmin Le Bon gaan op de exotische tour met hun dochtertjes Saffron Sahara, Amber Rose en Tallulah Pine.
– Sylvester Stallone doet het met mystieke salie: Zijn dochter heet Sage Moonblood.
– Hun met klimop begroeide huis inspireerde Eddie Murphy en Nicole Mitchell tot de naam Zola Ivy (Zola Klimop, dus).
– Will en Jada Smith doen het ook met groen: Hun dochtertje heet Willow (Treurwilg) Camille (Kamille) Reign (zou Regen kunnen betekenen).

Je zou kunnen zeggen dat de Hollywood Rich & Famous de adel van Amerika is. Vandaar dat velen hun kroost vorstelijke namen geven:
– Dat er bij Michael Jackson een steekje los zit, ach, dat wisten we al. Maar wist je al dat zijn kinderen achtereenvolgens Prince Michael JrPrince Michael II en Paris Michael Katherine Patricia heten? Hoezo narcistisch?
– Broertje Jermaine Jackson kan er trouwens ook wat van: Zijn dochter heet Jermajesty.
– Fotomodel Jordan en haar liefhebbende echtgenoot zanger Peter André (dat stel met dat kinky seksleven) wilden ook graag een prinsesje in de wieg vinden. Hun dochtertje heet Prinsess Tiaamii.
– 50 Cent werd vader van een echte Marquise.


En dan heb je nog de celebs die het hogerop zoeken, zeg maar richting hemel:
– Daar hebben we een Astrella Celeste, zusje van Oriole Nebula en dochters van  Donovan en Linda Lawrence.
– Kijk, een Blue Angel! Dochter van U2’s The Edge en Aislinn O’Sullivan (die hun papa en mama ook danken voor hun vreemde namen!)
– Lil’ Mo probeert alvast een plekje in de hemel te reserveren met haar kinderen Heaven en God’Iss Love Stone.
– Paula Yates (die van onder andere Trixibell) bedacht een hemelse naam voor een andere dochter: Heavenly Hiraani Tiger Lily.
– Het stond in de sterren geschreven dat het kind van Andre Benjamin en Erykah Badu (huh?) Seven Sirius moest heten…
– En dan nog een mix tussen zon en regen: Bij acteur Ving Rhames en zijn vrouw Deborah Reed zag Reign Beau, broertje van Freedom, het levenslicht. (Reign Beau, rainbow, dus regenboog!)

En als je een kind krijgt, moet hij/zij natuurlijk wel een stoere naam hebben:
– ‘Mijn eigen kinderdroom was piloot of politieman worden’, moet acteur Jason Lee gedacht hebben. ‘Laat ik mijn zoon dus maar Pilot Inspektor noemen’.
– En als je geen naam kunt bedenken, noem je hem gewoon ‘Kind’. Kort, maar krachtig. Het werd Kyd, zoon van David Duchovny en Tea Leoni.
Rocket, Racer, Rebel en Rogue. Vier zoontjes, vier keer stoer volgens Robert Rodriguez.
– Zijn padvinders stoer? Volgens Bruce Willis en Demi Moore wel. Zij noemden hun dochter Scout, zusje van Tallulah en Rumer.
– Wat is er stoerder dan een piraat? Niks. Dus noemen we hem maar Pirate, aldus Jonathan Davis en zijn pornovrouwtje Deven Davis.

Het is ook best wel stoer om je kind naar een beest te vernoemen.
– Een beer heeft iets zachts en toch iets onoverwinnelijks. Het zoontje van Chili Peppers’ zanger Anthony Kiedis heet Everly Bear.
– Dan hebben we ook nog Rufus Tiger, zoon van Roger Taylor, en broertje van Tiger Lily en Lola Daisy (die dus eigenlijk in de bloemencategorie thuishoren!)
– Een tikje zweverig van Mia Farrow om haar zoon Lark Song (Leeuwerik Gezang) te noemen.
– Een sportmerk en een stoer beest, dit meisje kan later haar lol op: Erykah Badu (die haar zoontje de naam Seven Sirius schonk) noemde haar dochtertje Puma.

En dan hebben we nog wat namen die echt gewoon te raar voor woorden zijn. Die wilden we jullie niet onthouden:
– Wat ons betreft Dé Topper der vreemde kindernamen: Shannyn Sossamon (bekend van A Knight’s Tale) noemde haar zoon (zorg dat je stevig zit!): Audio Science.
– Tony Braxton blijkt een notoire jeansliefhebster te zijn. Haar zoontjes heten Denim en Diezel.
– Spike Lee en Tonya Lewis Lee vonden dat hun zoon op een tas leek. Vandaar de naam Satchel.
– Een zekere meneer Rob Morrow vond het erg grappig om zijn zoon Tu Morrow te noemen. Even een doordenkertje.
– Actrice Rachel Griffiths (Six Feet under) en Andrew Taylor zijn dol op vrolijke muziek. Getuige hun zoontje Banjo.
– En tenslotte ook een stel dat nu even aandacht krijgt dankzij hun vreemde keuze in kindernamen: Anna Ryder Richardson en Colin MacDougall zijn de trotse ouders van Dixie Dot en Bibi Belle.

Onverwachts

Gister was Lizzy op schoolreisje.

Daarna bleek dat ze vandaag onverwachts vrij zou zijn. Vervolgens ging er onverwachts visite mee naar huis (wat erg gezellig was) en kreeg ik – ietwat onverwachts – een flinke belastingaanslag.

’s Avonds sliepen de kletsen onverwachts vroeg en stond er – geheel onverwachts – een vriendin voor de deur. Zo werd het een onverwachts gezellige avond en ging ik onverwachts laat naar bed.

Vanochtend mocht Lizzy onverwachts ‘stagelopen’ op de peuterspeelzaal waar ik Annabel naar toe had gebracht en dus had ik een erg relaxte ochtend hetgeen totaal onverwachts was. Erg fijn want nu kon ik alvast beginnen met het voorbereiden van te erwtensoep waar ik onverwachts ineens zin in had.

Nu heb ik – ik heb het geteld – wel tien keer in dit stukje het woord onverwachts gebruikt (inderdaad, dat was de elfde) en dat komt voor jullie natuurlijk totaal onverwachts (dertien). Ik wil maar zeggen dat het leven vol zit met zaken die onverwachts (veertien) op je pad komen.

En dat kan dan onverwachts leuk zijn. En dat was vijftien.

Winterefteling

Oké, ik geef het toe.

Ik had gezworen nooit meer een voet op de gelaafde grond van de Efteling te zetten. (Vorig jaar klein drama met klierige kletsen.) Maar ja, als je dan gratis en voor niets een all inclusive dagtripje krijgt aangeboden (via werk), tja, dan is het wel héél onhollands om ‘nee’ te zeggen.

Het gesprek dat we met de kletsen voerden was vriendelijk doch dringend. (“Als jullie gaan zeiken gaan we naar huis.”) En dat hielp. Als waren ze weggelopen uit een spotje van Center Parcs, zo zoet laveerden de meiden door het park. Niets geen gezeur en gemopper, gewoon lekker en ongeremd enthousiast.

We zagen de rode schoentjes, alle sprookjes, de draak (Annabel was hier niet weg te slaan) en natuurlijk de Indische Lelies. We moesten snel naar ‘het draaiende huis’ (Villa Volta) want dat vonden de meiden zo geweldig. We warmden ons aan de knapperende vuren en blancheerden de kinderen in de draaiende kookpotten.

“Ik wil in dat schip,” zei Lizzy aan het einde van de dag. Paul en ik keken elkaar verschrikt aan. Het schip? Dat nare ding waar je maag van in je keel geraakt? Echt niet. “Daar ben je te klein voor,” probeerden we nog. “Nietes,” zei Lizzy. “Mamma moet bij mij blijven,” riep Annabel. Opgelucht keek naar Paul. Hij zuchtte en slofte vervolgens achter Lizzy aan.

“Viel best mee,” zei hij later. “Ik wil nog een keer!” riep Lizzy enthousiast. “We zijn nog niet in de draaimolen geweest,” probeerde ik. Maar nu had Annabel óók iets gezien; de zweefmolen. Dit keer was ik de pineut. Flink misselijk kwam ik er weer uit. De pannenkoek die ik had gegeten zat opeens flink dwars. “We gaan naar de Pandadroom,” fluisterde in Pauls oor. “Dat is gewoon stilzitten.”

Ach ja, alles voor de kinderen. “Het was een geslaagde dag,” zei ik na afloop in de auto. “Zeker,” knikte Paul. “Maar we gaan pas wéér als ze overal alléén in kunnen!”