Knuffeldag

Knuffel, knuffelde, hebben geknuffeld.

Eigenlijk is het een raar woord. Knuffelen. Maar maar dat maakt het niet minder lekker. En gezond. Recente onderzoeken tonen namelijk aan dat knuffelen goed is tegen stress en een heleboel andere narigheid. En dat terwijl het niets kost!

Dus daarom roep ik vandaag uit tot Algemene Knuffeldag. Deel minimaal één knuffel uit en zorg dat deze dan ook goed terecht komt. Niet zo’n slap klapje op de schouder, nee, een stevige propere omhelzing. Eentje die smoort, zeg maar. Neem je partner, je kind of een willekeurige voorbijganger. Maakt niet uit.

Uit eigen ervaring weet ik namelijk dat er heel, héél veel mensen zijn die een knuffel goed kunnen gebruiken. Mensen zoals jij en ik, die er misschien niet om vragen, maar wiens lichaam er om schrééuwt. Mensen die zich zorgen maken. Die wel een stevig steuntje in de rug kunnen gebruiken. Of een beetje troost.

En ik, ik ben één van die mensen.

Onverwachts genoegen

Het was maandagochtend en het regende.

De jongen fietste tegen de heuvel op. Hij droeg een rood windjack. En stoere Doc Martens. Hij moest hard trappen want hij had wind tegen. Met één hand hield hij zijn eigen stuur vast. De andere hand omklemde het stuur van een tweede fiets. Een fiets met een lekke band.
De – vermoedelijke – eigenaresse van de lekke-band-fiets, zat achterop bij de jongen met het rode jack. Een paar blonde haren hadden zich aan haar paardenstaart ontworsteld. Ze plakten tegen haar gezicht. Tegen haar bijzonder aantrékkelijke gezicht. Haar arm had ze stevig om het middel van haar reddende ridder geslagen.

Het was maandagochtend en het regende.

Maar de jongen lachte breed.

Dat zijn de leukere mailtjes!

Geachte mevrouw,

U gaat steeds beter schrijven. Misschien valt mij dat nu op omdat ik u een tijdje kwijt was (sorry, ik lees u niet elke dag en ineens kon ik u niet meer vinden en toen bedacht ik minstens 10 keer dat ik eens moest gaan zoeken, maar daar kwam steeds wat tussen en zo). Maar uw schrijfstijl was al bovenmaats en de inhoud van uw gedachten ook en nog steeds stijgend. Dat wilde ik even kwijt.

Zijdelings 1: zo’n ekster was tijdens een mislukte vliegles bij ons de schuur ingevolgen, had daar de kat ontdekt en was doorgehobbeld de aanpalende keuken in en vervolgens onder het gasfornuis gaan zitten. Mijn kat kwam al belangstellend, maar uiterst voorzichtig aanlopen om te kijken welke speelmogelijkheden deze onverwachte aanwinst bood. (Mijn kat is ongelooflijk laf. Die zal er niet aan denken om op een vogel of een muis af te rennen. Veel te eng. Laatst kwam er een vogel aanvliegen en toen bukte ze. Echt.) Het lijdend voorwerp in dit geheel was echter niet zo bekend met het karakter en de gemoedstoestand van mijn kat en dat deed zijn gemoedstoestand (‘het’ kleine ekstertje dus en dus een hij) zichtbaar geen goed. Waarop wij de kat in de kamer hebben gezet (protesteerde niet eens) en het vogeltje gepakt en vrijgelaten. De piepende ouders waren al erg ongerust, maar geven hem nu weer vliegles.

Zijdelings 2: dat van die zwartwitjes is pas echt grof. ‘Na consumentenonderzoek’. Juist. En wat stond er vorige week in de krant. Toch ook iets in de sfeer dat de gemiddelde Nederlander 20% zwart in de samenleving ‘optisch’ al meer dan voldoende vindt. Als ik jou was zou ik voortaan eerst 75% van de witjes opeten. Dan blijft er precies 20% over van het gehele oorspronkelijke, wat net zo veel is als zwart en dus is het dan 50/50.

Van deze warmte word ik ook wel melig.

warme groet