2012, het beste


Normaal ben ik altijd een beetje onrustig op de laatste dag van het jaar.

Dit jaar echter ben ik de rust zelve. Misschien omdat ik al een week vakantie heb, misschien omdat we gisteren zo lekker geschaatst hebben. Of omdat ik zo slecht heb geslapen vannacht en nu nog duf ben, wie zal het zeggen. Misschien wel gewoon omdat het ‘goed’ is. Het is goed dat dit jaar voorbij is, het is goed dat er een nieuw jaar komt. Ik heb zin in nieuwe dingen.

En terwijl de meisjes van hot naar haar rennen en Paul oliebollenmix maakt buig ik me over mijn evaluatie. Ik wacht op vriendin C. met wie ik straks hapjes voor vanavond ga maken en ik denk na over het afgelopen jaar. Heerlijk vind ik dat, even de tijd nemen en stil te staan bij de dingen die indruk hebben gemaakt.

Weet je wat, ik zal ze met jullie delen.

2012 – in willekeurige volgorde –

De ergste schrik: Lizzy met haar arm door het raam
Meest bijzondere feest: boekpresentatie “Je kan er maar beter om lachen”
Mooiste boek: De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween
Mooiste films (video): The curious case of Benjamin Button en Avatar
Verdrietig: omi overleden
Vervelend: auto aan gort gereden
Prettig: auto weer gemaakt
Leukste liedje: Somebody that I used to know
Mooiste sportmoment: Annabel die tweede werd bij de onderlinge turnwedstrijden, op de voet gevolgd door Epke, dat was natuurlijk ook best goed!
Indrukwekkende kwestie: het ongeluk van Friso
Gezondheid: zeer goed. Op nog immer de schouderklacht na dan.
Ontwikkeling: ik ging op facebook
Beste actie van Paul: in zijn eigen hand boren tijdens het klussen
Nieuw: vogelkooi, boekenkast, tuindeuren
Mooiste uitdrukking: ogen op sap
Vakantie: Frankrijk, gorges du Verdon
Vuurwerk: uiteindelijk wel, man moest er twee keer voor naar Belgie!
Mooiste uitspraak van Klets: Liz: “Mam, ze hadden alleen nog ijsberensla!” Bel: “Waarom staat er ‘kut’ op mijn pyjama?” (Cute)
En tenslotte, de mooiste foto: deze natuurlijk!

Ik wens jullie allemaal een hele fjne oudjaarsdag en een gezellige jaarwisseling.
Tot volgend jaar!

He buurvrouw, de ballen!


Buurvrouw C. – ook wel bekend als De Overloper – is op vakantie.

Een week geleden is ze met haar gezin vertrokken, naar warmere oorden, mij in vertwijfeling achterlatend. Want hoe moest ik nou het oude jaar uitfietsen zonder mijn bespiegelende buurvrouw? Ze zou pas rond Driekoningen terugkomen.

Gelukkig kwam ze vóór Kerst wél even afscheid nemen. Ik kreeg een fles bubbels (alvast voor Oud en Nieuw) en twee doorzichtige kerstballen. Binnenin de kerstballen zaten foto’s van buurvrouw C. én haar gezin ‘zodat we toch een beetje bij elkaar waren.’ Dus nu hangt buurvrouw C. al enige tijd in onze kerstboom.

Eerst vond ik het een beetje gek. De fotoballen vielen wat uit de toon tussen al het bling bling en de gekleurde engelen. Maar inmiddels ben ik er wel aan gewend dat er mensen in onze kerstboom hangen. Sterker nog, ik vind het wel prettig. Af en toe neem ik even pauze en dan praat ik tegen buurvrouw C. Nou zegt zo’n kerstbal natuurlijk niet al teveel terug maar éigenlijk is dat best lekker. Zo heb ik meer tijd om te praten. Het heeft wel iets therapeutisch, zo’n conversatie met een kerstbal.

Nog een paar daagjes en dan is de jaarwisseling. Nog maar een weekje en dan is de échte buurvrouw C. terug. Het zal wennen zijn om straks weer ‘live’ tegen haar te praten, in plaats van tegen ‘haar’ kerstbal, en dat ze dan iets terug zegt (bij de kerstbal denk ik vaak: zwijgen is toestemmen, buurvrouw C. is het opvallend vaak met me eens). Als het zover is stuur ik haar een vuurpijl, wens haar in gedachten gelukkig nieuwjaar. Ik heb de fles bubbels bewaard, die moesten we later maar samen opdrinken, alsnog op het nieuwe jaar.

Want serieus, ik heb het geprobeerd hoor, borrelen met een kerstbal, maar eerlijk is eerlijk, daar is écht niet veel aan!

Na Kerst


Zo, daar zijn we allemaal weer!

Kerst overleefd, de wereld niet vergaan en een stel bejaarden heeft een viertal inbrekers in elkaar geslagen, allemaal goed nieuws wat mij betreft.

Ik hoop dat jullie het gezellig hebben gehad, ik heb dat zeker. We begonnen maandagavond in de kerk, ja, daar schrok zelf ook van, omdat Annabel als engel in het toneelstuk speelde en meezong in het kinderkoor. Het was een bijzondere mis waarbij ik bijna hoopte dat het allemaal waar was wat ze er vertelden. Helemaal Kerstig togen we huiswaards alwaar we – nadat ik de kindjes op bed gelegd had – The Hangover keken.

Eerste en tweede kerstdag waren minder stichtelijk. We gingen niet naar de ker, maar we aten met vrienden en familie. Brunch werd diner en de midnightsnack ging over in het ontbijt, zo ongeveer. We speelden bingo, aten ‘gourmet’ (hoe zeg je dat als je het woord ‘gourmetten’ wilt vermijden?) en we deden een speurtocht in de tuin die was uitgezet door mijn moeder. Het kerstdiner bestond uit een varkenspoot waarvan de mannen heel voorzichtig plakjes afsneden. De ham smaakte uitstekend en er raakte niemand gewond.

En nu is het alweer donderdag (Annabel: “Donderdag? Hoe kan dat nou? Gisteren was het toch Kerst?”) en maken we ons op voor Oud en Nieuw. Ter voorbereiding (en ter verbranding van de kerstcalorieën) ga ik vandaag en met een stel kinderen zwemmen. Een soort nieuwjaarsduik.

Alleen wat eerder.

En wat warmer.

Annabel gelooft ‘t wel


Wat een verschil!

Vóór vijf december was Annabel helemaal into de Sint. Ze keek Alles is Liefde en elke opmerking met betrekking tot de vermeende nepheid van de Goedheiligman werd weggewuifd. “Wat een hoop onzin zit er in die film!” En: “Ze snappen het daar écht niet!”

Ik dacht werkelijk: “Dat wordt nog wat als ik haar volgend jaar ‘het geheim van Sinterklaas’ moet gaan vertellen.” ‘Traditoneel’ doen we dat hier in de zomer dat ze acht worden. Bij Liz maakte ik er een heel mooi symbolisch verhaal van, ik moest er zelf bijna van huilen. Bij Annabel zou het precies zo gaan.

Maar ineens was het over. De Sint was koud vertrokken of de Kleine Klets begon te twijfelen. Eerst waren het nog wat willekeurige gedachten. “Eigenlijk klopt dat verhaal van Sinterklaas niet.” En: “Zo oud kán je helemaal niet worden.”
Maar al snel werden de vermoedens sterker, de vragen concreter. “Kopen jullie die cadeautjes?” “Is het geheim van Sinterklaas soms dat hij niet bestaat?” “Ik geloof niet dat het echt is.”

Ze hield er niet meer over op. Ze had het warempel méér over de Sint dan toen hij nog in Nederland was. Ze probeerde haar zus uit te horen en als klap op de vuurpijl begon ze opeens over het feit dat pappa altijd op de WC zat als er op de deur gebonsd werd. Waarop Liz even ‘meehielp’ door te zeggen: “Nee hoor. Niet altijd, dit jaar zat oom Giel op de WC.”

De kleine is dus officieel van haar geloof gevallen. Sinterklaas bestaat niet en de Pieten zijn nep. Hoewel we het nog niet bevestigd hebben, heeft ze het zelf al vastgesteld. En ach, het is maar beter zo, denk ik. Beter dan dat het als een schok komt en ze ‘de waarheid’ überhaupt niet gelooft. Ergens ben ik er wel blij om dat mijn dochter niet al te goed gelovig is.

Alhoewel, ‘niet goedgelovig’? Dat valt nog te bezien. Toen ze vanochtend op de kalender keek en constateerde dat het vierentwintig december was, vroeg ze: “Zeg, komt de Kerstman hier eigenlijk? Of is dat te ver vliegen vanaf de Noordpool?”

Kerstcookies


Ik weet niet hoe het met jullie is, maar ik ben wel een beetje klaar met bedrijven die mij digitale kerstkaarten sturen
.

Ik ben normaal al niet zo dol op de online Season’s Greetings, maar vrienden en familie maken er vaak nog wel wat leuks van. Een gekke foto, een leuk filmpje of mooie wens, vooruit, daar ben ik nog wel gevoelig voor. Alhoewel ik eerlijk moet zeggen dat er zo rond deze periode toch écht niets boven het klepperen van de brievenbus gaat.

Maar terug naar de bedrijven. Zowel op mijn werk als privé word ik dezer dagen gekgespamd door de meest vreemde firma’s. Ongeveer elk bedrijf waarmee ik – om wat voor reden dan ook – contact heb gehad stuurt me een digitale kerstwens inclusief rare bijlagen, kortingsacties en/ of ‘begrip’ waarop ik niet zit te wachten. Leve de Kerstcookies, hoor ik ze soppen.

Zo kreeg ik onlangs een mail van een keukenfabrikant waar men ‘snapt’ dat ‘we’ grote aankopen nu uitstellen maar of ik misschien met Kerst toch eens over die nieuwe keuken wilde nadenken. Een sportschool mailde me de beste wensen samen met de tip om komend jaar een budgetabonnement te nemen en een uitvaartonderneming vond het een goed idee om met Kerst stil te staan bij onze nabestaanden. En als de begleidende foto nou een begraafplaats met daarop een mooie optuigde kerstboom was geweest, dan had ik daar de humor nog wel van kunnen inzien, maar nee, een lullig kerststukje kreeg ik als bijlage. “Meteen de oven in,” dacht ik, toen ik het zag.

Ik stel dan ook voor – om deze ergernis in te toekomst te voorkomen – dat er een speciaal ‘flikker op’ Kerstregister komt. Een centraal punt waar men zich kan registreren om zo te ontkomen aan al die zalvige pseudoreclame. Geen digitale kaarten meer, geen onzinboodschappen vermomd als kerstwens, niets van dat alles. Wegwezen met die troep. Gewoon: géén wens is de beste wens, zeg ik dan.

Behalve dan in het geval van Kluwer. Dáár hebben ze het wél begrepen: van hen ontving ik een échte kaart. En een grote doos met Deventercookies.

Zo kan het ook.

Het spookt hier


Vannacht om vier uur zaten Paul en ik rechtop in bed.

Wel alle Mayakalenders nog aan toe, wat wás dat voor lawaai? Verging de Aarde nu al? Dat was dan wel mooi een dag te vroeg! Evengoed stond Paul direct naast zijn bed, op zoek naar zijn hockeystick (die helaas in de kelder lag). Bij gebrek aan hockeystick heeft hij toen maar een mes uit de keuken gehaald.

Gelukkig bleek het mes niet nodig want het was ‘slechts’ een lamp die, in de woonkamer, van de boekenkast was gevallen, waarna Tuffy van schrik als een debiel door zijn kooi was gaan fladderen. Afijn, toen alles weer rustig was, meldde ramptoerist 1 zich: Wat was dat? Waarom ging pappa naar beneden? Ik ben heel erg geschrokken, mag ik bij jullie? En het bizarre was, ik had haar nog niet teruggebracht naar haar eigen kamer of er viel een schilderij van de muur op de overloop. Schrokken we ons weer een ongeluk!
“Het spookt hier,” snikte Lizzy.
“Kom maar hier,” zuchtte ik.

Een uurtje of twee later werden we wakker van twee gillende katten. Ja echt, ik verzin het niet! Ze zaten bij de voordeur en ze jankten zo hard en klagelijk dat we er niet van konden slapen. Ramptoerist 2 meldde zich met de vraag ‘wat of dat voor eng geluid was’. Uiteindelijk is Paul (in zijn onderbroek) de straat op gegaan om de katten van Jetje te geven. Tegen de tijd dat hij weer boven kwam lag ramptoerist 2 ook bij ons in bed. “Ik dacht dat ze elkaar gingen vermóren!” snikte ze.

Om kwart voor zeven ging de wekker. Ik douchte, maakte cornflakes voor de meisjes en dacht – nogal duf – na over alles wat er die nacht gebeurd was. Ik had het toch niet gedroomd?! Terwijl ik mijn thee dronk schoof de bezem in de hoek onderuit en kletterde met zijn steel op de grond. Precies voor mijn voeten.

Ik ben niet echt bang uitgevallen, echt niet. Maar iets in me zei dat ik die film van laatst – “Paranormal Activity” – maar beter níet had kunnen kijken.

Het was leuk jullie gekend te hebben


“Verrek,” dacht ik, toen ik vanochtend op de kalender keek, “ik mag wel opschieten, ik moet nog afscheid nemen van mijn lezers!”

Het einde is nabij. Nee, niet het einde van het jaar, maar het einde van de wereld. (En daarmee ook van mijn blog gok ik.) Het uitsterven van de mensheid door een totale vernietiging van de planeet Aarde. Wil je precies weten hoe het verhaal rond ’21-12-2012′ is begonnen, klik dan hier.

Niet iedereen neemt het komende onheil even serieus. Zo heeft het KNMI op hun site gelukkig nog gewoon een ‘lange termijnvoorspelling’ staan. We krijgen vrijdag wisselvallig weer met 90% kans op neerslag. Op de een of andere manier vind ik dit een bijzonder geruststellende gedachte.

Ook geruststellend is het bericht dat Centraal Beheer Achmea Facebook-gebruikers de mogelijkheid biedt om een verzekering te sluiten tegen schade die ontstaat, mocht de wereld aanstaande vrijdag vergaan.

“Alle benodigde informatie vindt u in dit boekje. Zodat u, mocht de wereld op 21 december 2012 vergaan, precies weet waar u aan toe bent”, zo valt te lezen in de acht pagina’s tellende polisvoorwaarden.

Het maakt Achmea niet uit hoe het ‘einde van de wereld’ zich aandient. Gedekte oorzaken zijn onder meer een opstand van zombies en de vier ruiters van de Apocalyps. ‘Losse’ zombies zijn volgens mij niet gedekt. Mocht de aarde dus níet vergaan maar uw man blijft laveloos op straat hangen met zijn vrienden, dan is eventuele gevolgschade niet verzekerd. Jammer.

Niet iedereen vindt de voorspelling iets om grapjes over te maken. Zo heeft een behoorlijk aantal onheilsprofeten heeft zich verzameld bij een berg in Zuid-Frankrijk. Ze denken dat bij het gehucht Bugarach in de Pyreneeën een basis is geweest voor buitenaards leven. Te midden van de aardse chaos kan dan wellicht een handvol uitverkorenen ontkomen naar een ‘andere dimensie’, is de gedachte.

‘Het lijkt grappig, maar zij zijn bloedserieus’, aldus de burgemeester, die een jaar geleden al mokte dat de vaak in wit geklede profeten ‘een soort ufo-garage’ hadden gemaakt van de berg.

En naast de ‘gelovigen’ schijnen vooral kinderen bang te worden van de voorspelling. Ik heb de Kletsen dus ook maar niet verteld dat aanstaande vrijdag de aarde vergaat. Ik vond de timing ook wel érg beroerd, zo op de dag dat de kerstvakantie officieel begint. Ze hebben net zo’n zin in hun vrije dagen!

Trouwens, bedenk ik me al tikkend, zou het nou eigenlijk wel zo erg zijn als de Aarde vergaat? Ik bedoel, we zijn overal óók meteen mooi vanaf. De crisis, het Midden-Oostenconflict, cellulitis en de woekerpolis-affaire. Om maar wat te noemen. En om die uitgestelde pensioenleeftijd hoeven we ons dan ook niet meer druk te maken. Mooi toch?!

Afijn, voor de zekerheid dan toch maar even een woord van afscheid: bedankt voor jullie aandacht én alle leuke reacties. Ik heb al mijn tweeduizendnegenenvijftig blogjes met heel veel plezier geschreven en mocht er een hiernamaals zijn dan blog ik daar natuurlijk gewoon verder vanuit Hogere Sferen.

De mensen in Bugarach wens ik veel succes komende vrijdag en ik hoop dat ze een Armageddonpolis hebben afgesloten bij Centraal Beheer Achmea. Voorwaarde voor een uitkering is overigens wél dat de totale mensheid is uitgestorven. Blijft u dus – ook ná de Apocalyps – de kleine lettertjes lezen!

Wat een ontzettende trut


Nou, de kerstgedachte in mijn hoofd is weer ver te zoeken!

Kijk, ik snap écht wel dat het vervelend is om fietsend of lopend je kinderen naar school te brengen als het regent maar hé, ik doe het zelf ook. Ik breng de kinderen naar school en dan ga ik terug naar huis om mijn auto te halen zodat ik net na de drukte kan wegrijden.

En ik snap ook dat iedereen wat later – en misschien humeuriger – is als het ontzettend shitweer is, en dat je er ervan baalt als er dan een auto rijdt in een straat waarvan jij hebt besloten dat alleen jíj daar met je fiets mag komen. Maar kom op, ik wóón in die straat en ik moet óók gewoon naar mijn werk.

Ook het ik er alle begrip voor dat scholieren/scholiertjes aan de linkerkant fietsen – of lopen – en dat ouders met fietskarren even midden op de weg moeten stoppen om het regenzeil goed te doen, logisch, het is ook allemaal niet makkelijk. Maar laten we eerlijk zijn, dan kan ik moeilijk gewoon dóórrijden. Dus ja, dan moet ik soms even stoppen.

En waar ik dus uiteindelijk géén begrip voor heb is voor die ene trut, die dan, terwijl ik stilsta, per se aan de krappe kant langs mijn auto wil. En die – omdat ze niet kan sturen met één hand want paraplu in de ander – gewoon tegen mijn auto aanrijdt en mij dan óók nog kwaad aankijkt en naar achteren knikt alsof het kind dat ze achterop heeft alles verklaart. Bah.

Echt, de putten in mijn auto heb ik allang geaccepteerd (ouders met kinderen vinden het hier heel normaal om geparkeerde auto’s vlak bij de school als stut voor hun fiets te gebruiken) maar die blíkken als ik het toch in mijn hóófd haal om bij mijn eigen huis weg te rijden. Tssssk.

Maar goed. Het is niet anders. Ik zucht maar weer eens diep. Vrede op aarde en gelukkig Kerstfeest voor iedereen.

Behalve voor die trut dan.

Ik vind het zo zielig!


Het is altijd rond Kerst dat ik met sommige mensen extra medelijden heb.

Ik bedoel, het ís allemaal al zo moeilijk, zo rond de feestdagen, met plannen en zo. Op het werk moet vaak nog van alles af en daarnaast is het vaak druk op school (of bij de vereniging) – want ook daar hebben ze een Kerstdiner of een Kerstontbijt -, en daar moet je dan weer wat mee qua koken en zo. Je hoofd loopt óm dezer dagen!

En dan al die vieringen! Hier een borrel, daar een dinertje, alles kom maar op je af en het lijkt wel alsof je overal tegelijk moet zijn. En dan moeten de échte Kerstdagen nog komen! Tussendoor moet je dan ook nog boodschappen doen, bedenken wat je eet (tip: dit is handiger andersom!) en bedenken wie je welk cadeautje gaat geven. Want je kunt wel zéggen dat je geen cadeautjes doet, maar als de schoonfamilie dan opeens wél met een cadeautje komt en jij hebt niets, nou, dan zijn de rapen gaar.

Afijn, een bijzonder stressvolle, drukke en chaotische periode, die dagen voor Kerst. Kuddes op hol geslagen winkelpubliek, verleidingen die je het hoofd moet bieden, beslissingen die je niet langer kunt uitstellen, ga er allemaal maar aan staan. En binnen dat stresskader is er een aantal mensen dat het nóg zwaarder heeft dan alle anderen.

De mensen die met Kerst op vakantie gaan!

Stel je voor, naast het geëmmer over kerstcadeautjes en het gemekker over familieverplichtingen, moeten zij óók nog eens hun koffer pakken! Om op vakantie te gaan, nota bene stresstrigger nummer één op de echtscheidingslijst! Echt zo zielig!

En ze moeten niet alleen nadenken over de (extra) kleren die ze meenemen (Zomer? Al opgeruimd! Wintersport? Waar lag dat ook alweer?), ze moeten hun reis voorbereiden (“Nee lieverd, we hoeven geen sneeuwkettingen mee nu we naar Curaçao gaan”) én tot overmaat van ramp – heb ik van iemand in mijn directe omgeving begrepen – kampen de vakantiegangers ook nog eens met een fnuikend schuldgevoel omdat ze hun dierbaren met Kerst en/of Oud-en-Nieuw in de steek laten. Werkelijk, rampzalig!

Afijn, mijn hart gaat uit naar deze arme, arme slachtoffers die het thans zo moeilijk hebben en die het nog veel moeilijker gaan krijgen, straks zo ver van huis. Ik denk dat ik binnenkort maar eens een kaarsje voor ze ga opsteken.

Daar is het tenslotte Kerst voor: om te beseffen hoe fij je het eigenlijk zelf hebt. En er eens extra bij stil te staan hoe zwáár sommige anderen het hebben.