Laseren 2.0


De avond voor de ingreep kon Lizzy niet slapen.

“Ik vind het zo eng dat jij morgen je ogen laat laseren,” zei ze. Ik stelde haar gerust door uit te leggen dat het allemaal helemaal goed zou komen. “En het leuke is,” zei ik, “mamma kan niet zoveel daarna dus ik ben de hele week lekker bij jullie thuis!” Dat vond de Klets dusdanig goed nieuws dat ze direct lekker in slaap viel.

Ondertussen vroeg Paul om de vijf minuten of ik al zenuwachtig was. Nee, dat was ik niet. Ik had nergens last van, behalve dan van dat gevraag van hem. Dat begon me een beetje op mijn zenuwen te werken. Ik schonk mezelf een lekker wijntje in. Om te ontspannen. Want ook al was ik dan niet zenuwachtig, een beetje spannend vond ik het natuurlijk wel.

“Kijk nog maar even goed naar je kinderen,” zei Paul de volgende ochtend. De optimist! Ach, ik nam het hem niet kwalijk, hij was gewoon hartstikke zenuwachtig. In de auto naar Utrecht probeerde ik hem gerust te stellen, net als ik dat bij Lizzy had gedaan. “Je zult zien dat het reuze meevalt,” zei ik. “t Is een ingreep van niets.” Het hielp niet, Paul bleef bleek zien om zijn neus.

Ik zat nog maar nauwelijks met een cappuccino in de wachtkamer of ik werd gehaald voor het vooronderzoek. Laseren gebeurt pas als alles nogmaals is doorgemeten. Ik kreeg geen prikje in mijn oog (maar dat vond ik niet echt erg) wel kreeg ik een prikkende verdoving ingedruppeld waarvan ik ging huilen.
“Vergeet uw bril niet,” zei de assistente toen ik klaar was met het onderzoek. Ik kwam in de verleiding om te zeggen dat ik die niet meer nodig had maar ik bedacht me. Ik nam het toch maar mee, ik wilde de goden niet verzoeken.

Een etage lager kreeg ik meer verdoving in mijn oog en ik kreeg een soort djallaba -achtig (wit) gewaad aan met bijpassende badmuts. Mijn ogen werden rondom ontsmet met betadine zodat er al snel uitzag als een reusachtige witte wasbeer met gele ogen.
“Jammer dat ik geen fototoestel bij me heb,” zei ik tegen Paul. “Deze foto zou het goed doen op mijn weblog!”

Voor de operatie moest alles steriel zijn. Ik werd naar een grote tandartsstoel gedirigeerd (misschien dat dat prikje alsnog nou komen?) en de laser werd op mijn ogen gericht. Mijn wimpers werden afgeplakt en er werd een oogklem geplaatst zodat mijn oog goed openbleef. Lekker is anders. Wat volgende was een operatie waarbij de assistente op cockpitachtige wijze verslag deed (“laser wordt afgesteld, ring wordt geplaatst, laser telt af… 3-2-1.. laseren begint.) Even was ik bang dat ik bij nul met stoel omhoog geschoten zou worden (laseren? nee, dit is de afdeling lanceren!) Ik snuffelde gedurende de ingreep, had begrepen dat je een schoeilucht kon ruiken, maar ik rook niets. Jammer, ik had best willen weten hoe een gebarbecued oog ruikt.

Paul had de operatie op video gevolgd in de kamer ernaast (hoezo highttech) en hij verwachtte volgens mij dat ik met stok en geleidehond naar buiten zou komen. Hij was buitengewoon verbaasd dat ik helder kijkend even later weer voor zijn neus tond.

Na de ingreep kreeg ik medicijninstructies. Druppels, kunsttranen, pijnstillers en een beschermende bril om mee te slapen (en aangezien ik ook nog wel eens met oordoppen inslaap zal ik de komende tijd ’s nachts uitzien als een op hol geslagen testpiloot!) Met mijn zonnebril (zonder sterkte, ik zag alles scherp!) op mijn neus stapte ik de regen in.

Thuis was er weinig met mijn ogen aan de hand. “Als dit alles is,” acht ik. Maar zo makkelijk ging het natuurlijk niet. Toen mijn ogen begonnen te branden en ik de antibiotica indruppelde besloot ik even op bed te gaan liggen. Waarna ik mijn ogen prompt gedurende zes uur niet meer open kreeg. Opeens was ik heel blij met mijn broers I-pad met Harry Potter deel 1 t/m 100 erop.

Toen ik beneden kwam om te eten (met dichte ogen) waren de kinderen erg bezorgd om me. Zelfs zo bezorgd dat Lizzy zei dat ik moest dooreten als ik nog op tijd voor aquarobics wilde zijn. Na het eten nam ik een lekker ijsje. Ik was dan wel aan het lijnen maar hè, nu was ik zielig!

En nu? Nu zit ik alweer een tijdje met open ogen. Ze branden een beetje maar nu ik even actief heb rondgelopen kan ik weer heel aardig zien. Scherp, ik zie scherp! En dichtbij zie ik weliswaar wazig (dit stuk is voor het grootste deel inderdaad blind getypt) maar eigenlijk voelt het allemaal reuze goed.

Afijn, tot zover mijn ‘operatie’ vandaag. De kinderen zien me al tikkend achter de computer en constateren dat het allemaal wel meevalt met mamma. Desalniettemin maken ze een kunstwerk voor me. Paul is heel lief en zorgt voor me. Ik word gebeld en gemaild en ik mag op bed gaan liggen wanneer ik wil. Ik moet hier even doorheen en dan heb ik straks helemaal goede ogen!

Wat wil een mens nog meer!

Foto: mijn oog op het scherm, gefotografeerd door Paul met zijn Blackberry

Vakantieverslag I

We vertrokken om drie uur ‘s nachts.

Ik had niet kunnen slapen.
Na een uurtje plafondstaren hoorde ik Lizzy rommelen. “Ik hoopte stiekem al dat je wakker was,” zei ik. “Kom maar lekker bij me liggen, dan kunnen we samen zenuwachtig zijn.” Dankbaar kroop de Grote Klets bij me in bed. “Vind jij het ook zo spannend mam?” Ik knikte en haalde mijn hand door haar krullen. Na een half uurtje vielen we samen in slaap. Nog geen vier uur later zaten we in de auto. Annabel sliep gewoon door.

Via het altijd bruisenden ‘Ulm’ (behalve op zaterdag om 8.35 uur ’s ochtends) reden we naar Hittistatten. Het was inmiddels gaan regenen. Hier en daar zag ik indrukwekkende lichtflitsen. Het was veertien graden geweest toen we vertrokken. In Duitsland zakte de temperatuur naar tien graden en tegen de tijd dat we in Oostenrijk aankwamen bleef de meter steken op acht graden. (“Als het zo doorgaat vriest het op de plaats van bestemming,” grapte Paul.)


Ontbijtje in Oostenrijk. Grussgott!

Om half drie ’s middags bereikten we (onder het genot van radio Tirol) de Brennerpas. Nou weet ik niet of jullie daar wel eens geweest zijn, maar ik vond ‘m behoorlijk tegenvallen! ’t Is gewoon een lullig tunneltje. Niet echt iets om met de vlam in de pijp doorheen te knallen, zeg maar. Toch wachtte ons een verrassing. Zodra we aan de andere kant van de bergen waren, op Italiaans grondgebied, smolten de wolken plotseling weg. De regen loste op in het niets, de lucht kleurde blauw en de zon zei ‘buongiorno’.

Toen we om vijf uur ’s middags op de camping aankwamen was het dertig graden. We pakten onze spullen uit, namen onze intrek in voorgeprogrammeerde bungalowtent (wat? geen magnetron?!) en gingen pizza eten. ’s Avonds lagen we om tien uur te snurken; dronken van vermoeidheid en fles Italiaanse vino bianco.

Cate Blanchett

Deze 40-jarige ‘Aussie’ heeft al heel wat bekende films achter haar naam staan. In 2005 won ze dan ook een Oscar voor haar optreden in de film The Aviator, waarin ze de geliefde speelde van Leonardo DiCaprio. Haar doorbraak maakte ze echter in het kostuumdrama ‘Elizabeth’ waarin ze de voormalige koningin van Engeland portretteerde.

Deze moeder van drie kinderen en drukbezette actrice weet naast haar drukke leven toch goed voor zichzelf te zorgen. Cate is niet te betrappen op ook maar één rimpeltje, iets waar menig vrouw van haar leeftijd jaloers op zou zijn. Ook ouderdomsvlekjes of pigmentvlekjes zijn bij haar niet aan de orde. Wat is het geheim van deze ‘natural beauty’?

Huidverzorging
Blanchett staat bekend om haar rimpelloze en blanke huid. Om dat te behouden blijft ze uit de zon, drinkt ze heet water met limoen. Ook komen er natuurlijk wat crèmepjes bij kijken. Favoriet van Cate zelf is het anti-aging serum ‘SK-II LXP Moist Softening Serum’, van 250 dollar. Tja, je moet er iets voor over hebben.

Zelf kun je natuurlijk kiezen voor een goedkopere anti-aging crème. Om verder dus te zorgen voor zo’n gave huid als die van Cate, is het belangrijk om niet te in de zon komen. Ook overmatig zonnebanken is geen optie meer. Veel water drinken is een must! Dat houdt je huid goed gehydrateerd en zuivert uiteraard je lichaam.

Make-up
Wanneer de actrice niet aan het werk is draagt ze ook geen make-up. Tijdens red-carpets en andere feestjes is het uiteraard een ander verhaal. Glamour is dan het sleutelwoord. Een dun en licht laagje foundation, mascara en wat blush is genoeg voor Cate om te stralen.


Heb je ook net zo een blanke huid en ijsblauwe kijkers als Cate Blanchett, dan kun je er ook voor kiezen om die ogen nog wat meer te accentueren. Maak gebruik van een lichte kleur bruin of roodachtig en breng met een kwastje nonchalant wat oogschaduw aan op je ooglid. Om het beste resultaat te krijgen kun je ook wat oogschaduw onder je oog aanbrengen. Doe ook wat zwarte mascara op om je ogen er uit te laten springen. Foundation mag, maar niet teveel. Kies voor een teint lichter dan je eigen huidskleur. Om de look af te maken breng je wat blush, met een perzikachtig kleurtje, aan op je wangen en wat lipgloss op je lippen.

Haar
Ook op het gebied van haar kan de actrice heel wat hebben. Lange blonde golvende lokken, opgestoken naar achteren of gewoon los, staan haar prachtig maar ook kort steil haar misstaat haar niet. Cate heeft dan ook al aardig wat gevarieerd met verschillende haarstijlen. Op dit moment doet de actrice het met halflang golvend haar in een wat donkerder kleurtje blond.

Bewonder Cate Blanchett’s laatste look in de film Robin Hood!

http://www.universalpictures.nl/bioscoop/data/robin/robinhood-480.swf

Vrijdagavond

Ik breng mijn hoofd dicht bij dat van Paul.

“Dit vind ik nou zo heerlijk schat, gewoon lekker een avondje thuis. Samen met jou, drankje erbij, beetje praten en ondertussen met een schuin oog naar Popstars kijken. Blijft geweldig, dat programma, ik moet er altijd zo om lachen. Jij toch ook? En weet je, het is vooral zo lekker relaxed, zo samen op de bank en zo. Echt lekker! Romantisch! Schat? Wat kijk je moeilijk!”

“Heb jij weer van die Chinese nootjes gegeten? Met die adem blaas je een betonnen muur omver!”

(…..)

Mijn inspiratie

Mijn inspiratie laat me in de steek.

Dinsdagavond had hij geen zin. Paul was varen en hij had het rijk alleen. Het enige dat hij wilde was televisie kijken. Hij hing de hele avond voor de buis en was niet aanspreekbaar.

Op koninginnedag was mijn inspiratie er vroeg vandoor. Naar de kleedjesmarkt, bijpraten met de buurtbewoners en vooral even rondkijken. Hij at zelfs een oranje tompouce terwijl hij héél goed weet dat ik dat liever niet heb.

Eind van de middag kwam hij thuis met een paar roze barbieskeelers van Lizzy. Gescoord voor drie euro. Hartstikke leuk natuurlijk, maar ondertussen had hij nog steeds nergens tijd voor. Hij moest eten bij de ene buren en daarna borrelen bij de andere buren.

“Help me nou eens even,” mopperde ik gisterochtend. “Ik moet nog een stukje schrijven en zó komt er niets van.” Mijn inspiratie verontschuldigde zich. Hij kon me echt niet helpen, zei hij. Hij had tot half drie in de tuin zitten borrelen en nu had hij hoofdpijn. Bovendien wilde hij even naar Ikea.

Ik zei nog dat ik dat niet zo slim vond, met hoofdpijn naar de Ikea op Hemelvaart, maar volgens mijn inspiratie ging dat wel goed. Kon hij zich vast voorbereiden op het feestje van die avond want dat was ook weer druk natuurlijk.

Afijn, u begrijpt het, hij rent zichzelf voorbij. Gisteravond was hij weer druk met socializen, het was ook zó gezellig. En bij thuiskomst ging hij nog even in de tuin de vuurhaard aansteken. De kinderen waren tenslotte uit logeren en dan moest je het ervan nemen. Vrolijk schonk hij zichzelf nog een wijntje in.

Ik baal er echt van. Ik probeer mijn inspiratie in te halen, maar het lijkt wel of hij vleugels heeft. En zonder hem komen er geen stukjes. Nou schijnt hij vandaag een vrije dag te hebben, alhoewel ik hem wel hoorde zeggen dat hij wilde gaan winkelen maar misschien dat hij dan daarna even kan bijkomen.

En mij kan helpen een fatsoenlijk stukje te schrijven.

NB, Als VOL er zoals afgelopen dagen uit ligt, blog ik op hyves verder

Penisnijd II

Ook Lizzy is zich inmiddels bewust van Mars en Venus.

“Mamma,” zei ze gisteravond samenzweerderig. “Weet je dat jongens helemaal niet van kussen houden?”. Ik lachte en antwoordde: “Dat ligt er een beetje aan hoe oud die jongens zijn.” “Zes,” riep ze direct. Blijkbaar had ze een specifiek exemplaar in gedachten.

“En hoe kom jij aan die kennis?” vroeg ik. Deze wijsheid-van-de-dag kon ik niet ongemerkt laten passeren. Lizzy boog haar hoofd. “Laatst gingen we naar gym,” fluisterde ze. “En toen ging Anja proberen om Joris te kussen. Maar Joris wilde niet.”

“En toen?” Ik was inmiddels óók gaan fluisteren. “Uiteindelijk is het haar gelukt. Ze heeft hem gekust.” Ik grinnikte bij het beeld van een doortastende meisjeskleuter die een onwillige jongenskleuter probeerde te zoenen.

“En weet je wat Anja toen zei?” “Nou?” Ik was ondertussen razend benieuwd naar de ontknoping.

“Dat het héél vies was.”

Waar is Esther?

Voor de openhaard.

Ik weet, het jaar is nog niet oud. Toch moet het gek lopen wil dit weekend in 2008 qua lounging & luiheid in al zijn eenvoud worden overtroffen.

Allereerst hebben we uitgeslapen. Zelfs de kinderen sliepen uit. We douchten lang. Dronken eindeloos koffie. Verder hebben we vooral dingen níet gedaan. Níet gaan zwemmen. Níet gaan winkelen, níet op visite. Helemaal niets. Mét niemand en bíj niemand.

De kinderen vonden het heerlijk. sMiddags ging de openhaard aan en we speelden spelletjes. Paul bakte een cake met ze. Ik heb de krant gelezen en ik heb zélfs op de bank even mijn ogen dichtgedaan. De meisjes speelden heerlijk samen.

De regen gaf ons een goed excuus. We kochten een paar nieuwe boeken bij de boekhandel en dat was het dan. Daar vermaakten we ons mee. Dat én de open haard. De gordijnen vroeg dicht, zuurkoolschotel in de oven en Barbarapappa op de televisie.

Het was heerlijk. Ik ben er helemaal van opgeknapt. Wat een rust. Niet verder denken dan de muren van je huis. Niet leuker doen dan je bent. Niet inzitten over het feit dat de kinderen rond één uur nog in pyjama lopen.

Kortom, mijn voornemen om het rustiger aan te doen werpt vruchten af. Waar ik me voorheen druk maakte om ‘wat gaan doen’ denk ik nu meer ‘wat gaan we níet doen’. En ik moet zeggen, in tegenstelling tot wat ik altijd onbewust gedacht heb; niemand wordt daar slechter van.

Zoals een wijs man al eens zei:

Laissez faire laissez passer le monde va de lui-meme.

Leer nee zeggen

Dat geloof je toch niet?!

Ben ik éindelijk een ochtend ‘vrij’ (Lizzy naar school, Annabel bij mijn ouders) word ik ‘gestrikt’ door de kleuterjuf. Of ik éven kan helpen. “De klas moet van herfst naar Sinterklaas,” zegt ze.

Het zet me aan het denken. Staat er met grote groene letters ‘vrij’ op mijn voorhoofd? Straal ik een ongewone oproep voor bezigheidstherapie uit? Of is het gewoon omdat ze weten dat ik toch nooit kan weigeren.

Afijn, uiteindelijk ben ik nu pas thuis. Net op tijd om Annabel op te halen.

Note to self: “Leer nee zeggen” van Patti Breitman bestellen.