Sorry

Ik heb het gezegd.

Erg hè? Het flapte er gewoon uit. En dat terwijl ik er vroeger zelf zó’n hekel aan had.

Ik heb mezelf altijd voorgehouden dat wát ik ook zou zeggen, dát nooit. Die woorden zou je uit mijn mond niet horen. Op geen enkele voorwaarde zou ik mijn omgeving zoiets aandoen. Zo was ik niet.

Al het andere kon er mee door. “Heb je bananen in je oren?” “Heb je dorst, moet je naar Hans Worst.” Dat was allemaal niet zo erg. Zelfs het oubollige “omdat ik het zeg” vond ik geen drama.

Maar dít. Dit had ik nooit mogen zeggen. De superioriteit, gétverdemme. Het is dat ik wel een potje bij mezelf kan breken, anders had ik spontaan een hekel aan me gekregen.

En dat alleen maar om zo’n suffe uitspraak.

“Zo praat je niet tegen mamma. Dat doe je maar met je vriendinnetjes.”